Zo'n tien tot vijftien zwangere vrouwen die hebben meegedaan aan het placenta-onderzoek van het UMC in Amsterdam, weten nog niet hoe het met hun ongeboren baby zal gaan. Dat zei de hoofdonderzoeker Wessel Ganzevoort maandag tegen actualiteitenrubriek Nieuwsuur. Ganzevoort zei tegen Nieuwsuur dat er ook nog ouders zijn met een kind op de intensive care. "Zij zullen zich waarschijnlijk ongelooflijk veel zorgen maken over wat dit voor hun kind gaat betekenen", aldus de onderzoeker.

Eerder werd bekend dat het ziekenhuis een onderzoek bij zwangere vrouwen onmiddellijk heeft stopgezet, omdat er aanwijzingen zijn dat baby's met een ernstige groeiachterstand daarbij kunnen overlijden na de geboorte. Het gaat om de test van een middel dat aan zwangeren werd gegeven om te onderzoeken of de placenta kan groeien. De helft van de vrouwen (ongeveer negentig) kreeg het middel sildenafil, beter bekend als Viagra. De andere helft kreeg placebotabletten. Volgens een woordvoerder zijn er bij de eerste groep negentien baby's die te vroeg waren geboren overleden. Bij de tweede groep zijn negen baby's met een groeiachterstand doodgegaan.

Het aantal baby's dat een longaandoening kreeg door het middel sildenafil is volgens de zegsman "significant'' hoger. "De kans op een aandoening van de bloedvaten van de longen lijkt groter en ook de kans op overlijden na de geboorte lijkt toegenomen''. Het onderzoek richtte zich op zwangere vrouwen van wie de baby vroeg in de zwangerschap een ernstige groeibeperking had, met slechte vooruitzichten voor het kind. Tot nu toe is er volgens het ziekenhuis geen bekende therapie om deze baby’s te helpen groeien.

De moeders zijn volgens hem inmiddels bijna allemaal geïnformeerd. "Alle betrokken vrouwen worden zo goed mogelijk begeleid door de artsen die bij de studie zijn betrokken. Ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is op de hoogte gesteld''. Behalve Amsterdam UMC deden tien andere ziekenhuizen mee aan het onderzoek.

(foto en bron: ANP)