50 tinten liegen

11 August 2018, 09:00 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar



Bij de recente dood van Wibo van der Linde, tv-coryfee van weleer, schoot de term ‘Vertrossing’ door mijn hoofd. Vertrossing stond halverwege de jaren zeventig voor oppervlakkige televisie; naar Amerikaans voorbeeld niet gericht op informatie maar op amusement. Wibo, het gezicht van Tros Aktua, was de personificatie van vertrossing. Hij stond garant voor de popularisering van nieuws. Wij van de serieuze pers haalden daar onze neus voor op. Achteraf lijkt het dat Wibo en de zijnen hun tijd ver vooruit waren. We zijn gewend geraakt aan roddelnieuws bij RTL en SBS, de hijgerige insteek van WNL, de gejaagdheid van DWDD en de ondraaglijke luchtigheid van Humberto. Alleen de hysterie van M slaat niet aan.

Toch is dat alles niets vergeleken bij de fase die we - dankzij Facebook, Twitter e.a. - inmiddels hebben betreden. Fakenews en alternative facts zijn in korte tijd wereldwijde begrippen geworden. De waarheid is altijd het eerste slachtoffer bij oorlogen. Maar nu heeft Amerika in vredestijd een president die liegt zodra zijn lippen bewegen. ‘Alle presidenten liegen’, liet voorganger Obama onlangs horen. Inderdaad, ook hij was geen heilige. Maar onder Trump lijkt liegen de norm geworden. Of het nu om het aantal toeschouwers bij zijn inauguratie gaat, de ontmoeting van zijn campagne-team met de Russen of om overspel met een porno-actrice en een Playboy-model. Als het om overdrijven, verdraaien en ongegeneerd liegen draait, kunnen we nu gerust van vertrumping spreken.

Liegen doet iedereen. Niet allemaal zo dom als Halbe Zijlstra, maar menigeen maakt zijn salaris wat indrukwekkender of dikt zijn positie wat aan. Een ander dicht zich een rol als vrouwenveroveraar toe, een volgende noemt zich onterecht vader van een succesvol idee en weer een volgende fantaseert een imposant cv bij elkaar. Alleen Saga Norén, de opmerkelijke politievrouw uit tv-serie The Bridge, spreekt altijd de waarheid. Daardoor beschouwt menigeen haar meteen als een halve gek.

Ik zou liegen als ik beweer zelf nooit een loopje met de waarheid te hebben genomen. En dat begon al vroeg. Als kleuter beet ik ’s avonds in bed mijn bovenlaken kapot en toen mijn moeder me daarop aansprak, jokte ik dat mijn knuffel Nelis dat had gedaan. Mijn broer maakte ’t nog bonter. Die gaf steevast mij de schuld van alles wat thuis door zijn toedoen sneuvelde. En wij beduvelden later beiden de boel als ons huiswerk zogenaamd al klaar was. Maar ja, mijn ouders lieten me tot mijn tiende in december bij de kachel liedjes zingen voor de goedheiligman.

Onze minister-president spant echter de kroon. Of het nu over wel of niet bestaande memo’s gaat of over vul-maar-in… Hij zal er ongetwijfeld een fraaie verklaring voor hebben. Iets in de trant van landsbelang en noodzakelijk functioneel-flexibel naar de feiten kijken. Maar in gewone-mensen-taal blijft het gewoon liegen. Zoals gezegd: alle mensen liegen. Alleen hebben politici er een tweede natuur van gemaakt; katholieke politici hebben het zelfs tot kunst verheven. Een enkele keer loopt dat ten lange leste fout, weten Ivo Opstelten en Halbe Zijlstra. VVD-staatssecretaris Charles Schwietert moest zelfs al daags na zijn benoeming het veld ruimen, omdat hij had gejokt dat hij doctorandus was. Beter weg kwam voormalig PVV-kamerlid Richard de Mos, thans wethouder in Den Haag, die loog dat hij schoolhoofd op een basisschool was geweest. Nee, in het Synoniemenwoordenboek zou je liegen en politiek bedrijven moeiteloos onder hetzelfde hoofdstuk kunnen vatten.

Toch wil ik graag geloven dat die vertederende Carola Schouten van de Christen-Unie daar een uitzondering op vormt. Al is het maar omdat ze niet naar de hel wil. Maar tegelijk besef ik dat een vroegere hoofdredacteur bij de Haagsche Courant religieus gezien uit dezelfde strenge hoek afkomstig was en niettemin bij Landelijke Kampioenschappen Liegen zeker tot de finale zal doordringen. Goede kans trouwens dat hij daar dan moet strijden tegen zijn niet-gelovige opvolger bij diezelfde krant.

Liegen kan in tal van varianten. Van grove overdrijving tot pure fantasie, van sluwe misleiding tot pertinente onwaarheid. De meest schimmige in het brede scala van onwaarheid is het leugentje om bestwil. Daar geeft iedereen immers zijn eigen invulling aan. De vader die de uitreiking van het zwemdiploma van zijn kind vergeet, fantaseert een enorme file ‘om te teleurstelling te verzachten’. De overspelige vrouw zal haar web van valse alibi’s vergoelijken met ‘dat zij manlief niet wilde kwetsen’. En de baas die zijn personeel voorliegt dat het bedrijf eindelijk zwarte cijfers draait, doet het ‘om de mensen niet te verontrusten’.

Liegen als journalist is een ander verhaal. Ik had lange tijd een collega voor wie overdrijven en liegen tot de eerste levensbehoeften behoorden. Zijn beweringen moest je niet met een korreltje, maar met een heel pak zout nemen. Een ex-wethouder met een buitenechtelijk kind had bij hem al snel “tenminste drie bastaards”. Iemand die licht aangeschoten een deuntje had geneuried, stond in zijn weergave “joelend op tafel te dansen”. En hadden twee lezers iets opgemerkt over een minimale verandering in de krant, dan was er in zijn optiek “massaal gereageerd”. Gelukkig drongen die pathologische verzinsels zelden door tot de kolommen van de krant. Alleen als hij weer eens een taxi-chauffeur of voorbijganger met een beeldende uitspraak in zijn artikel opvoerde, wisten wij wel uit wiens brein dat ‘citaat’ werkelijk kwam. Terzijde: menig collega van reputatie had er geen moeite mee.

Deze aanpak van alles mooier kleuren, kostte China-correspondent Oskar Garschagen vorig jaar zijn baan bij de NRC. Hij had uit scoringsdrift iets te veel goed gebekte Chinezen uit zijn duim gezogen. Een paar jaar eerder was bij dagblad Trouw de rijzende ster Perdiep Ramesar hard door de mand gevallen met verzonnen verhalen over onder meer de Sharia-driehoek in de Schilderswijk. Zelfs de heel groten blijken in hun zucht naar erkenning de grens van bedrog makkelijk te overschrijden. De bejubelde Amerikaanse NBC-journalist Brian Williams, door Time gerekend tot de 100 invloedrijkste mensen ter wereld, werd in 2015 als Pinokkio ontmaskerd. Hij was tijdens de Irak-oorlog aan boord van een legerhelikopter zogenaamd bijna uit de lucht geschoten. Toen dat verhaal werd doorgeprikt, ging men ook betwijfelen of Williams in New Orleans echt lichamen door de lucht had zien zweven tijdens orkaan Katrina en of hij daadwerkelijk in Berlijn was tijdens de val van de Muur. Bij NBC houden ze niet van jokkende journalisten en Williams mocht vertrekken. Terecht. Fantasten, leugenaars en ook alternative facts horen niet thuis in de media. Maar over drie jaar kan Williams zo maar president van de Verenigde Staten worden.