Den Haag verkoopt wellicht te snel z'n vastgoed

20 November 2018, 14:25 uur
Bouw & Wonen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

De gemeente en het Rijk hebben in Den Haag steeds minder kantoorruimte nodig. In de collegeperiode 2014-2018 verkocht de gemeente Den Haag voor bijna vijf miljoen aan panden en grond. Het nieuwe college schroeft dit de komende periode verder op tot een vastgoedverkoop doelstelling van bijna tien miljoen.
Bovenop deze doelstelling moet de verkoop van de voormalige Amerikaanse ambassade 11,5 miljoen opleveren. Daarmee is de verkoopopbrengst van gemeentevastgoed een essentiële post in het sluitend maken van de stedelijke begroting.

Platform STAD gaat over het nut en de gevaren hiervan binnenkort in gesprek met Piet Vollaard (architect/criticus) en Jaap Schoufour (directeur bureau broedplaatsen Gemeente Amsterdam), Ria de Waal (broedplaatsen makelaar Den Haag) en Marinke Steenhuis (SteenhuisMeurs).

Om de ambitieuze begrotingsdoelen te halen zijn aan panden die verkocht worden vaak hoge opbrengstdoelen verbonden die vragen om een rendabele invulling door de koper, zoals woningen, hotels of kantoren in het hogere segment. In de praktijk betekent de verkoop van overheidsvastgoed dus veelal een transformatie van (semi)publieke ruimte naar privé.

Steeds vaker gaan er stemmen op om de verkoop van publiek vastgoed te stoppen, omdat de maatschappelijke waarde van vitale publieke gebouwen en plekken groot is. Vaak hebben ze ook een cultuurhistorische waarde.