De herdenking van het moment dat de Nederlanden zich in de zestiende eeuw losmaakten van de Spaanse koning moet niet tot 'onafhankelijkheidsdag' worden verheven, vindt vicepresident Piet Hein Donner van de Raad van State. De beste dag om de Nederlandse onafhankelijkheid te vieren is volgens hem nog altijd Bevrijdingsdag, op 5 mei. Hij vreest dat nationalisten een nieuwe onafhankelijkheidsdag zouden kapen.

Donner mengt zich in een debat dat is opgelaaid in de aanloop naar de eerste officiële herdenking van het zogeheten Plakkaat van Verlatinghe. Die plechtigheid vond donderdag plaats in het gebouw van de Eerste Kamer.

Wie niet bevrijding, maar zelfstandigheid wil vieren, dreigt volgens Donner al gauw te vergeten dat Nederland bestaat dankzij anderen. De tweede man van het belangrijkste adviescollege van regering en parlement, daarom vaak opgevoerd als 'onderkoning' van Nederland, wil die herdenking wél graag volhouden.

In het Plakkaat van Verlatinghe van 26 juli 1581 legden de Staten-Generaal uit waarom ze het gezag van de koning van Spanje niet langer erkenden. Het wordt daarom wel beschouwd als een onafhankelijkheidsverklaring. Het is te bewonderen in het Nationaal Archief en werd onlangs verkozen tot 'Pronkstuk van Nederland'.

Onder anderen historicus Anton van Hooff, die een boek schreef over het document, pleit ervoor voortaan op 26 juli de onafhankelijkheid te vieren. Van Hooff en zijn medestanders wijzen erop dat de Nederlanden met het afzweren van hun koning bijvoorbeeld de VS bijna twee eeuwen voor waren.

(foto en bron: ANP)