Zes Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen gaan de eerste drijvende zonnecentrale op zee bouwen. Dat gebeurt 15 kilometer uit de kust van Scheveningen, waar in de komende drie jaar een proefproject komt met een oppervlakte van 2500 vierkante meter.

De initiatiefnemers zeggen dat het project, dat steun heeft van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, zeer interessant is voor Nederland. De bedoeling is dat de 'zonnefarms' in de toekomst tussen windmolens op de Noordzee komen te liggen, zodat in die gebieden nog meer duurzame energie kan worden opgewekt.

Zonnepanelen op zee hebben veel voordelen. Gunstig is dat ze geen schaarse ruimte op het land innemen en ook ligt op zee de opbrengst zo'n 15 procent hoger. Dat komt doordat er op zee meer zon is en meer reflectie van zonlicht van het water naar de wolken en weer terug. Bovendien zijn de panelen door de temperatuur van het zeewater koeler, waardoor ze beter presteren. Op zee zijn er echter ook nadelen in de vorm van enorme golven en andere destructieve natuurkrachten. Maar juist met de Nederlandse kennis en ervaring uit de offshore-industrie kunnen die problemen worden ondervangen, is de gedachte.

In het project zitten Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), onderzoeksinstituut TNO, Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN), energiebedrijf TAQA uit de Verenigde Arabische Emiraten en de initiatiefnemer, Oceans of Energy uit Leiden. Ook de Universiteit Utrecht is erbij betrokken. "Wat wij hier gaan neerzetten is bijzonder en nooit eerder gedaan. Zonnefarms werden al op binnenwateren gelegd, maar op zee is dat niet eerder gebeurd omdat dit erg moeilijk is'', zegt directeur Allard van Hoeken van Oceans of Energy. Van Hoeken realiseerde eerder een drijvende getijdencentrale bij Texel.

Het proefproject bij Scheveningen gaat 2 miljoen euro kosten. In dat bedrag zit een subsidie van 1,4 miljoen van het ministerie. Behalve concrete belangstelling van het bedrijf TAQA is er ook interesse uit Zuid-Oost-Azië. Het concept is volgens de bedenkers ook ideaal voor eilanden en afgelegen plekken wereldwijd.

(bron: ANP)