De Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers zijn komende week even in eigen land voor de jaarlijkse ambassadeursconferentie. Ze komen kennismaken met hun nieuwe ministers, Halbe Zijlstra (Buitenlandse Zaken) en Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), en praten over de toenemende spanningen in de wereld. Ook zullen ze de banden aanhalen met politiek, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen. En uiteraard ook met elkaar, want je weet maar nooit of je elkaar nog eens nodig hebt.

In totaal heeft Nederland 118 ambassadeurs, 25 consuls-generaal en 9 permanente vertegenwoordigers bij onder meer de EU, de Verenigde Naties en de NAVO. Van hen is bijna een derde een vrouw.

Dat Nederlandse diplomaten niet de hele dag met hun duimen zitten te draaien, blijkt uit gegevens van het ministerie van Buitenlandse Zaken. In 2017 klopten 2300 Nederlanders bij ambassades om hulp aan, ontvingen bijna 700.000 buitenlandse toeristen, studenten en zakenreizigers een visum, werden ruim 2 miljoen reisadviezen geraadpleegd en wendden ruim 700.000 personen zich tot het departementale contactcentrum. Volgens het ministerie betekenen deze cijfers overigens geen 'spectaculaire verschuiving' vergeleken met 2016.

De Nederlandse posten in het buitenland hebben een moeilijke tijd achter de rug. Het eerste kabinet-Rutte kondigde ingrijpende bezuinigingen aan van tegen de 100 miljoen euro. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal sprak ietwat smalend over het 'rustiek tijdverdrijf' van diplomaten en gelastte de sluiting van diverse ambassades. Maar inmiddels is de wind gedraaid: in het regeerakkoord wordt 40 miljoen euro extra vrijgemaakt voor het 'postennetwerk'. De afgelopen jaren was de veranderende trend - mede onder druk van de Tweede Kamer - al zichtbaar. In 2016 kwam er een ambassade bij, in 2017 ook een, plus nog een consulaat, en binnenkort wordt opnieuw een ambassadekantoor geopend in Niamey, de hoofdstad van Niger.

Het bedrag van 40 miljoen extra is slechts de helft van wat de Adviesraad Internationale Vraagstukken vorig jaar nodig achtte om het 'zorgwekkende' niveau van Nederlandse diplomatieke missies in de wereld te versterken. Maar de reactie van Zijlstra's voorganger Bert Koenders op dat AIV-rapport was hoopgevend voor de diplomatieke wereld: "Ik ben enorm trots op hoe onze diplomaten door het vuur gaan voor de Nederlandse belangen." Dat klinkt heel anders dan het zuinige toontje van Rosenthal.