Jeugdhulp moet tot 21 jaar worden geboden en in sommige gevallen zelfs tot 23 jaar. Dit staat in het advies ‘Leeftijdsgrenzen - Betere kansen voor kwetsbare jongeren’ dat de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) vandaag uitbrengt. Nu is er nog jeugdhulp tot achttien jaar.  "Het verhogen van de bovengrens van de jeugdhulpplicht is de eerste noodzakelijke stap richting een betere positie voor kwetsbare jongeren. De huidige grens van achttien jaar is daar niet toereikend genoeg voor," zegt RVS-voorzitter Pauline Meurs. "Met het verhogen van deze grens hebben kwetsbare jongeren langer een vangnet, waarmee voorkomen kan worden dat ze in een neerwaartse spiraal terechtkomen van sociale of psychische problemen, schulden, criminaliteit of dakloosheid."

Verder vindt de RVS dat jeugdhulp vanaf het zestiende levensjaar in het teken moet staan van concrete ‘levensdoelen’, zoals zelfstandig wonen, werk, een opleiding of een startkwalificatie. Ook moeten jongeren vanaf hun zestiende al aanspraak kunnen maken op voorzieningen buiten de Jeugdwet, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning of de Zorgverzekeringswet, vindt de RVS. Meer oog voor de belevingswereld van de jeugdigen is volgens de raad ook onmisbaar bij de aanpak van hun problemen, net als 'maatwerk'.

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, die het advies in ontvangst nam, voelt wel voor de aanbeveling van de raad. Pleegkinderen kunnen vanaf komende zomer al tot 21 jaar op zorg rekenen. Maar een algehele verhoging van de jeugdhulpleeftijd kost veel geld en heeft "vergaande juridische gevolgen," waarschuwt De Jonge. Daarom wil hij "dat eerst goed uitzoeken, samen met jongerenorganisaties, gemeenten en de sector." Komend najaar wil de minister de knoop doorhakken.

(bron: ANP)