Van de mensen die werkzaam zijn in de prostitutie ervaart de meerderheid enige vorm van geweld, meestal van klanten. Dat blijkt uit een onderzoek van Soa Aids Nederland en belangenvereniging Proud. Ze zijn vooral slachtoffer van sociaal-emotioneel geweld (pesten, privacyschending, stalking): 93 procent van de ondervraagde sekswerkers kreeg daarmee te maken. 78 procent maakte seksueel geweld mee en 60 procent zegt fysiek geweld te hebben ondergaan, variërend van aan de haren trekken tot zware mishandeling. 58 procent meldde financieel-economisch geweld te hebben meegemaakt, wat uiteenliep van klanten die stelen of niet betalen tot geweigerd worden bij bank of verzekering vanwege het werk. Slechts 20 procent deed aangifte bij de politie. De rest deed dat niet uit angst voor discriminatie, juridische stappen, privacyschending en woninguitzetting.

Sinds de opheffing van het bordeelverbod in 2000 is prostitutie legaal, maar wel vergunningsplichtig. Sekswerkers die werken buiten het vergunde circuit lopen aanzienlijk meer risico op geweld. Massagesalons en hotelkamers zijn het onveiligst. Werken in een privéhuis of achter het raam is juist veiliger. Uit het onderzoek blijkt dat de Nederlandse wetgeving en het beleid rond sekswerk niet zijn gericht op het beschermen van sekswerkers, maar juist nadelige gevolgen hebben voor hun veiligheid. De enige manier om het geweld te verminderen is de drempel om aangifte te doen te verlagen en het arbeidsrecht van sekswerkers als beroepsgroep te erkennen, zeggen de onderzoekers. Aan het onderzoek deden driehonderd sekswerkers mee, verspreid over het hele land en divers wat betreft gender, leeftijd, werkervaring en achtergrond.

(foto en bron: ANP)