De wethouders en hun ambtenaren lopen behoorlijk achter met het antwoorden van raadsvragen. Dat komt de democratie niet ten goede. Het is niet alleen de journalisten opgevallen, vast ook de raadsleden die deze controlevragen stellen, maar Tahsin Çetinkaya van de Islam Democraten is de eerste die de klacht uniek maakt door ook daar een schriftelijk vraag over te stellen.

Wie het Raadsinformatiesysteem van Den Haag volgt zal zijn opgevallen dat er – met uitzondering van de recesperiode – gemiddeld vier vragen per dag aan het stadsbestuur worden gesteld over uiteenlopende actuele stadszaken. Soms zo actueel dat beantwoording erg veel haast heeft. Maar het antwoordenmoyenne ligt daarentegen beduidend lager en dat is gaan opvallen.

‘’Het blijkt zelfs’’, schrijft Tahsin Çetinkaya aan de wethouders, ‘’dat niet alle afdoeningen van moties op het RIS verschijnen door ‘menselijke fouten’ en eveneens dat schriftelijke vragen in de vergetelheid raken, tenzij hierop wordt geattendeerd door de indiener. Is er een intern geen systeem die een signaal afgeeft bij een naderende deadline voor het beantwoorden van vragen en als het er wel’’, schrijft, ‘’waarom wordt dit signaal dan niet serieus genomen?’’