Scheveningen-Bad begon vandaag 200 jaar geleden

15 July 2018, 16:58 uur
Uitgaan
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Muzee Scheveningen, het charmante museum onder leiding van de immer bedrijvige Paul de Kievit, heeft in oude documenten ontdekt dat het vandaag precies 200 jaar geleden is dat Scheveningen het eerste badhuis in gebruik nam. De exacte openingsdatum was tot op heden onbekend, maar dat blijkt nu 15 juli 1818 te zijn geweest, precies 200 jaar geleden. Het jaar 1818 was uiteraard wel bekend, het is bovendien de aanleiding geweest tot het huidige themajaar Feest aan Zee, 200 jaar badplaats.

De reder Jacob Pronk was twee eeuwen geleden een markante Scheveninger. Hij diende in 1809 een eerste plan in om met een moderne badinrichting Scheveningen in de vaart der volkeren op te stuwen. Door bronnenonderzoek is een artikel uit de ’s Gravenhaagsche Courant van 15 juli 1818 boven water gekomen. In het artikel staat dat Pronk in zes weken tijd zijn badhuis bij het strand heeft opgebouwd en daar badkoetsen bij heeft geplaatst, die “heden den 15 July in werking zullen gaan” en waarin men zowel het warme als koude zeebad kan gebruiken.

Het eerste badhuis was een houten huisje met vier kamertjes en badkuipen gevuld met zeewater. Het was gebouwd iets ten zuiden van het huidige Kurhaus. Inspiratie hiervoor had Pronk opgedaan in Frankrijk en Engeland, waar mensen met reumatische kwalen en zenuwziekten op doktersadvies al naar de kust kwamen. Paul de Kievit, directeur Muzee Scheveningen: “Jacob Pronk kan in historisch perspectief gezien worden als de grondlegger van badplaats Scheveningen en van de badcultuur in Nederland. Voor zijn tijd was hij een echte pionier.”

Het badhuis van Jacob Pronk was al in het eerste jaar een succes. Er kwamen 1400 bezoekers. Het geld dat Pronk hiermee verdiende, investeerde hij in de infrastructuur van de badplaats, waaronder een nieuw schelpenpad. Twee jaar na de oprichting werd het houten badhuis al vervangen door een stenen variant en op initiatief van de toenmalige burgemeester Copes van Cattenburch in 1828 vervangen door het stedelijk badhuis: Grand Hôtel des Bains. Zandvoort opende toen pas (in 1828) haar eerste badinrichting. Grand Hôtel des Bains breidde al gauw uit met hotelkamers en ontwikkelde zich tot het latere Kurhaus.