Thom de Graaf zet kroon op glansrijke loopbaan

23 June 2018, 09:00 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Met zijn benoeming bij de Raad van State zet Thom de Graaf - bijna letterlijk - een kroon op een lange en glansrijke loopbaan. De vicevoorzitter van het belangrijkste adviescollege van de regering wordt immers gezien zijn grote invloed ook wel de ‘onderkoning van Nederland’ genoemd. De voormalig politiek leider van D66 was eerder al minister en vicepremier, in het tweede kabinet-Balkenende. De in Amsterdam geboren Thomas Carolus de Graaf (61) studeerde rechten in Nijmegen, de stad waar zijn vader van 1968 tot 1977 burgemeester was. Na zijn studie bleef hij enkele jaren als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de universiteit, maar al gauw belandde hij in Den Haag als ambtenaar op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij schopte het daar tot tot plaatsvervangend directeur politie.

Al op jonge leeftijd was De Graaf politiek actief, als gemeenteraadslid voor D66 in Nijmegen en later in Leiden. In 1994 werd hij lid van de Tweede Kamer, waar hij vanaf 1997 fractievoorzitter was. Hij maakte onder meer naam als lid van de parlementaire enquêtecommissie-Van Traa, die onderzoek deed naar omstreden opsporingsmethoden bij de politie. De Graaf geldt als een warm pleitbezorger van bestuurlijke vernieuwing. In 2003 kreeg hij de kans om zich daar als minister, zij het zonder portefeuille, sterk voor te gaan maken. Hij slaagde er evenwel in 2005 niet in het wetsvoorstel voor een gekozen burgemeester, een van de ‘kroonjuwelen’ van D66, door de Eerste Kamer te loodsen. Daarop besloot de Graaf af te treden. Alexander Pechtold volgde hem op.

Enkele jaren later trad De Graaf in de voetsporen van zijn vader als burgemeester van Nijmegen. Hij zou die post bekleden van 2007 tot 2012. Daarna werd hij voorzitter van de Vereniging Hogescholen. Sinds 2011 zit De Graaf naast zijn reguliere werkzaamheden in de Eerste Kamer, vanaf 2015 ook als voorzitter van de D66-fractie. De Graaf laat weten verheugd te zijn. "Ik beschouw deze benoeming als een grote eer en als een blijk van vertrouwen dat ik vanaf de eerste dag dat ik aan de slag ga, hoop waar te maken.''

(foto en bron: ANP)