Verbijstering over veiling van interieur Vredespaleis

10 April 2018, 16:07 uur
Geld & Recht
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Een deel van het geweldige interieur van het Vredespaleis wordt 18 april geveild bij het Venduehuis aan de Nobelstraat in Den Haag. Het gaat om belangrijke meubelstukken als stoelen van Mesker en Retera en tapijten van Gidding. Alle objecten behoren tot de top in de wereld van het design en zijn destijds speciaal gemaakt voor het in 1913 geopende Vredespaleis, dat geldt als een van de meest iconische gebouwen van Den Haag. Juist nu is er een expositie gewijd aan het Vredespaleis in het Haagse stadhuis ter gelegenheid van het Europees Jaar van het Erfgoed.

Erfgoedvereniging Bond Heemschut is dan ook verbijsterd over de voorgenomen veiling op 18 april. “Het Vredespaleis is niet alleen een beschermd Rijksmonument, maar heeft in 2013 van de Europese Commissie het European Heritage Label toegekend gekregen. Bovendien staat het op een lijst met 72 toonaangevende interieur-ensembles, die in het kader van de Erfgoedwet bescherming verdienen,” aldus Karel Loeff, directeur van Heemschut, op de website van de vereniging.

“Nederland kent een aantal uiterst bijzondere beschermde monumenten die niet alleen van belang zijn vanwege het ontwerp van het gebouw, maar juist ook vanwege de samenhang tussen roerende en onroerende zaken. Verkoop van de stoelen en tapijten van het Vredespaleis betekent versnippering van dit als, een geheel ontworpen, monument.”

Heemschut heeft de eigenaar van het Vredespaleis (Vredespaleis Carnegie Stichting) en het veilinghuis (het Venduehuis) verzocht de objecten uit de designveiling terug te trekken. In 2014 is met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bij de herinrichting van het paleis afgesproken dat de voorwerpen geregistreerd, gedocumenteerd en opgeslagen zouden worden. Verkoop kan volgens Heemschut dus niet aan de orde zijn.