Krebbers (18 juni 1923) was 17 toen hij in 1940 al concertmeester werd bij de Arnhemse Orkestvereniging. Eerder had hij al eens als aanstormend talent bij het Concertgebouworkest gestaan. Bij 's lands beroemdste orkest zou hij in 1962 terugkomen als concertmeester, om er tot 1979 te blijven, het jaar waarin hij werd afgekeurd na een ongeluk met zijn boot. Hij speelde in alle grote zalen, bracht het met het Concertgebouworkest zelfs tot Carnegie Hall in New York, samen met Bernard Haitink, zijn favoriete dirigent. In de tussentijd was hij ook nog eerste violist bij het Residentie Orkest in Den Haag geweest. Krebbers werkte veel samen met zijn boezemvriend, collega-violist en mede-concertmeester Theo Olof en was ook leider van het Guarneri Trio. "Ik ben net een kameleon," zei hij vaak.

"Mijn hele leven is in zonneschijn verlopen," zei hij alweer lang geleden. Dat leven begon op 18 juni 1923 in een eenvoudig huis in Hengelo. Vijf jaar later stopte zijn vader hem een viool in handen: hij zou de vorderingen van zijn zoon streng en in de keuken controleren. Herman Krebbers kwam in Amsterdam terecht, als leerling van de legendarische Oscar Back. Die speelde hem uit tegen zijn medeleerling Theo Olof (1924-2012), beiden werden er beter van en het legde de basis voor een levenslange vriendschap en veel duo-optredens. Krebbers' grote idool was Jascha Heifetz, net als hij een technische perfectionist. "Ze zeggen: Krebbers is te perfectionistisch, Krebbers is een en al techniek. Nou, als dat dan alle kritiek is die ze op me hebben, dan vind ik dat helemaal niet erg."

Werken, werken, werken en nooit eens annuleren, dat was het leven van Krebbers tot dat ongeluk met zijn boot in 1979. Hij stapte mis en kwam onder een baggerboot. Zijn rechterarm en -hand waren zo goed als verlamd. Maar Krebbers bleef als pedagoog actief en dank zij jarenlange oefeningen slaagde hij erin weer toch zelf te gaan spelen. In 2009 zette Herman Krebbers definitief een punt achter zijn carrière.

(foto en bron: ANP)