Voetgangers, scooters en dodelijke koptelefoons 

1 October 2018, 20:58 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar



Sinds 1 oktober mag je niet langer met de snorfiets c.q. scooter door de Grote Marktstraat. De gemeente Den Haag – die zelf verantwoordelijk is voor het nagenoeg onzichtbare rijwielpad ter plekke – vindt na jarenlang getreuzel dat de situatie te gevaarlijk is.

Nou hoef je geen verkeersplanologie te hebben gestudeerd om te begrijpen dat deze maatregel weinig zal uithalen. Ook zonder snorfiets/scooter blijft de Grote Marktstraat een volstrekte chaos. Voetgangers in de Grote Marktstraat – maar ook op het Spui, de Kalvermarkt en op de Grote Markt etc. – denken namelijk dat ze op een wandelpromenade verblijven. Ze kijken stomverbaasd en geïrriteerd op wanneer een hoogbejaarde op een fiets met een sukkel-snelheid van 7 kilometer per uur luid bellend duidelijk maakt dat het fietspad niet de beste plek is om gezellig te gaan staan praten.

“Hoezo fietspad? Waar dan fietspad?”

Laat staan wat er kan gebeuren als een stoere vent met zo’n modieus kratje voorop komt aanspurten of nog erger als er een E-bike met een topsnelheid van 45 kilometer per uur langs zoeft. Want de E-bike, die sneller kan dan de meeste scooters, mag wel!

De halfslachtigheid ten top dus deze maatregel. Een maatregel, die alleen geldt voor de Grote Marktstraat. Op het al genoemde Spui, de Kalvermarkt en Grote Markt, waar de voetgangers ook rondwandelen alsof er verder geen verkeer bestaat, blijft de situatie als vanouds. Zelfs als er qua type bestrating een soort onderscheid bestaat tussen rijbaan en voetpad, zoals bij het stadhuis, loopt iedereen er rond als een kip zonder kop. Je kan het de mensen niet eens kwalijk nemen, elke normale verkeersordening in de Haagse binnenstad is verdwenen. Breng echte duidelijke scheidslijnen aan of gooi alles wat geen voetganger is eruit. Maak een keuze.

Die halfslachtigheid zie je overigens op alle bestuurlijke niveau’s. Want na lang gezeur is er nu eindelijk een wetsvoorstel op komst om in 2019 telefoneren en appen op de fiets te verbieden. Voor automobilisten geldt het verbod op niet-handsfree bellen als sinds maart 2002, maar er bleek kennelijk nog dik zestien jaar (!) studie voor nodig om tot de conclusie te komen dat het net zo gevaarlijk is als fietsers, scooters, trambestuurders en mensen die gebruik maken van een invalidenvoertuig hun aandacht niet bij het verkeer houden, maar onder het rijden leuk met Facebook, Dagblad070.nl of hun e-mail bezig zijn. Goh, dat moet echt een gedegen onderzoek zijn geweest.

Nu zou je denken dat de betrokken ministers Van Nieuwenhuizen en Grapperhaus meteen doorpakken en ook het rijden met oortjes of koptelefoons verbieden. Maar nee hoor, dat schijnt helemaal niet gevaarlijk te zijn volgens hoogleraar Bert van Wee.

Professor dr. Van Wee is hoogleraar transportbeleid aan de TU-Delft, is zelf dol op pop, funk, jazz, soul, latin en kruisingen tussen die muzieksoorten en hij is van mening dat mensen die naar keiharde muziek luisteren minder hard rijdende wel beter om zich heen kijken. Nou, die Canadees op de fiets die ik een jaar geleden bij het Vredespaleis van de sokken reed, omdat hij ineens links afsloeg terwijl ik hem inhaalde, viel zeker buiten het wetenschappelijk blikveld van professor Van Wee.

Ach, professoren worden niet voor niets in strips, boeken en films vaak als zonderling, verstrooid of ronduit verward weergegeven. En ze spreken elkaar doorgaans ook allemaal tegen.
Want in veel andere landen heeft de overheid weer advies gekregen van deskundigen die meer van veiligheid dan van muziek houden. In Madrid bijvoorbeeld kreeg mijn zoon een vette bekeuring van 100 euro voor fietsen met zijn oortjes in. “Zonde van het geld knul, maar ik vind het prima. Naar mij luister je niet, misschien dat dit wel helpt.”

Hoe hooggeleerd moet je zijn om te snappen dat je niet alleen je ogen maar ook je oren nodig hebt in het verkeer. Misschien kan Veilig Verkeer het advies om slechts één oortje in te doen heel snel inslikken en de ministers Van Nieuwenhuizen en Grapperhaus samen met hoogleraar Bert van Wee een keertje meenemen naar die brugleuning bij de Toussaintkade en de Noordwal. Daar staat – als monumentje – al sinds jaren een roze meisjesfiets, zo’n oma-model met plastic bloemen om het stuur. Het tienermeisje dat er ooit vrolijk op rondtoerde, leeft niet meer. Het onfortuinlijke kind werd plat gewalst onder een vrachtauto. Die had ze niet opgemerkt. Schrijfster Yvonne Keuls sprak op haar uitvaart en liet daarbij keiharde muziek door de aula knallen: het laatste wat het meisje bij leven hoorde.