Als huizen en bedrijven in de komende decennia van het gas af gaan, kunnen de leidingen voor aardgas misschien een tweede leven krijgen. Het is mogelijk om ze te gebruiken voor duurzame gassen, zoals waterstof en biomethaan. De ondergrondse leidingen hoeven dan niet te worden opgegraven. Dat blijkt uit een onderzoek dat Netbeheer Nederland, de koepelorganisatie van netbeheerders, heeft laten uitvoeren.

Overstappen van aardgas op waterstof en biomethaan is niet zomaar geregeld, er zijn maatregelen nodig. Zo moeten de gasmeters in huizen worden vervangen, zodat de nieuwe meters het verbruik van waterstof of biomethaan kunnen meten. Dat is volgens het onderzoek ,,de grootste kostenpost''. Bovendien moeten de apparaten in huis, zoals cv-ketels, waterstof aankunnen. Ook moet waterstof een herkenbare geur krijgen, zodat mensen het direct merken wanneer er een lek is. En er moet extra worden gecontroleerd bij graafwerkzaamheden, om te voorkomen dat leidingen worden geraakt. Waterstof ontploft namelijk gemakkelijker dan gas.

De aanpassingen zouden 700 miljoen euro kunnen kosten. Huishoudens zouden 5 tot 10 euro per jaar kwijt zijn aan de ombouw. De verandering is niet voor de korte termijn. Volgens Netbeheer Nederland zou het pas na 2030 werkelijkheid kunnen worden. Tot die tijd moet er verder onderzoek naar waterstof worden gedaan.

Het stoppen met aardgas maakt deel uit van het Klimaatakkoord. Zulke maatregelen moeten de uitstoot van broeikasgassen verminderen. Per jaar moeten ongeveer 200.000 woningen 'gasloos' worden gemaakt.

(bron: ANP)