De Dierenambulance heeft vorige week een meeuw, die vastzat in een grote bak met vloeibaar visafval bij een viswinkel in Scheveningen, gered van de verdrinkingsdood.

Het bleek om een jonge Grote Mantelmeeuw te gaan, die normaal gesproken voornamelijk op en aan zee blijven. In Vogelopvang De Wulp werden dit jaar slechts 5 Grote Mantelmeeuwen gebracht en vorig jaar slechts 9, in tegenstelling tot de andere kleine soorten, waarvan er ieder jaar honderden in de opvang terecht komen.

Het dier was, op zoek naar voedsel, in de bak terecht gekomen. Hij kon onmogelijk zelf uit de bak komen, omdat hij doordrenkt was van vet visafval. Na veel vijven en zessen en een flinke beet in haar pols, wist medewerkster Anita het dier te redden en over te brengen naar Vogelopvang De Wulp. De Dierenambulance schrijft op Facebook: "De hele dag stinkt de ambulance nog naar het visafval. En omdat Anita tijdens de hulpactie onder de spetters is komen te zitten, stinkt ze zelf ook een uur in de wind. En haar pols doet pijn. Maar de vogel is gered… Dit was met recht een ‘stank voor dank klusje’."