Treinliefhebbers hebben zondag op het Centraal Station nog even kort kunnen genieten van de twee historische treinen die donderdag naar Leidschendam waren gekomen. Daar kregen de Muizeneus (officieel de Mat '46 geheten) en de Hondekop (Mat' 54) de afgelopen dagen een opknapbeurt. Inmiddels zijn ze weer op weg, via een uitgebreide omweg via ondermeer Alkmaar, naar hun vaste plek, het Spoorwegmuseum in Utrecht.
De Mat ’46 verscheen in 1948 voor het eerst op het spoor. De bijnaam Muizeneus kreeg het door de gele ‘snorharen’ die in een later stadium ter versiering op de voorkant zijn geschilderd. Treinstel 273 reed tot in de jaren 80 als stop- en sneltrein.
De Mat 4 verscheen eind jaren 50 op het spoor en baarde opzien door de robuuste vorm waardoor hij er anders uitzag dan de oudere stroomlijnmodellen. Door de vorm van de machinistencabine kreeg hij de bijnaam Hondekop. Het nieuwe ontwerp moest de machinist, door de hogere zitting, beter beschermen bij een aanrijding. De NS386 ging in 1986 uit dienst en kreeg ook een plek in het Spoorwegmuseum.
Doordat de treinen aan elkaar gekoppeld waren voor hun terugreis, was duidelijk het verschil te zien tussen de twee verschillende soorten cabines.