et tweejaarlijkse Holland Dance Festival beleeft vanaf woensdag 22 januari de zeventiende editie. Er zijn zo’n vijftig dansvoorstellingen uit binnen- en buitenland te bezoeken in met name Den Haag, maar verder ook in Tilburg, Delft en (voorafgaand) in Amsterdam.

Veel aandacht is er voor de eigen culturele achtergrond van de makers of de vaak eeuwenlange tradities uit hun landen. De Franse choreograaf Hervé Koubi bijvoorbeeld gaat met zogenoemde urban-dansers uit Algerije en Burkina Faso in de voorstelling Ce que le jour doit à la nuit op zoek naar zijn eigen geschiedenis als zoon van Algerijnse immigranten.

De organisatie van het festival: "De dansers spinnen rond op één arm, om vervolgens moeiteloos over te schakelen naar de andere arm. Ze duiken horizontaal over het toneel om, in split seconds, in de lucht om hun as te draaien."

Extra interessant is volgens de initiatiefnemers ook een bijdrage uit Korea: "Dans in Korea kent niet alleen een eeuwenlange traditie, Zuid-Korea heeft ook een van de meest levendige hedendaagse dansscenes ter wereld. Choreografe Jeon Misook is hier hét voorbeeld van, met de voorstelling Bow over de Aziatische traditie van het buigen. De bewegingstaal die ze in haar voorstellingen gebruikt, lijkt op het eerste gezicht vertrouwd en afgeleid van de klassieke dans, maar is vaak beïnvloed door Aziatische vechtsporten en traditionele gebaren."

Natuurlijk zijn er ook bijdragen uit Nederland, zoals van het Nederlands Dans Theater, dat onder meer een ode brengt aan het werk van zijn vroegere artistiek directeur Jiří Kylián. En het Arnhemse gezelschap Introdans komt met Grupo Sportivo, choreografieën op de scheidslijn van dans en sport.

Het festival duurt tot en met 8 februari.