“Al dat verdriet, mevrouw”

28 September 2022, 17:04 uur
Columns
mainImage

Daar zat ik, gezellig op een tafeltje naast mijn KNIL-boeken. Tijdens de grote Pelita-bijeenkomst had ik een korte lezing over het KNIL gegeven en zoals dat gaat met lezingen, is daarna tijd voor meet en greet en de verkoop van gesigneerde boeken.

In de praktijk is het een vreemde situatie. De auteur kijkt naar de mensen die voorbij wandelen. Een enkeling staat stil. Of maakt een foto: een schrijfster zomaar in het wild, dat is grappig genoeg voor Instagram.

Soms ontstaat er toch een gesprek en daar doe ik het voor. Lezers ontmoeten. Praten met degenen die een levensverhaal willen opschrijven maar het nog niet doen.

Naast mijn tafeltje zag ik een Molukse man van zekere leeftijd staan, hij keek naar elders, zodat hij zich wel kenbaar maakte maar het initiatief aan mij liet. Een mengeling van verlegen en bescheiden. Dat kom je weinig tegen bij Hollandse mensen.

Ik groette hem. We spraken over de dag, over de drukte, en toen over het KNIL, en daarna vroeg ik, of hij er weleens aan had gedacht zijn levensverhaal op te schrijven.

Hij zweeg. Het was niet zomaar een stil-zijn, maar een zwijgen met lading, dat ik wist: nou even niks zeggen. Dus ik wachtte.

De man zei: “Ja, dat wel.”

“Alleen het haalt zoveel op. Al dat verdriet, mevrouw.”

“Nu ik daaraan denk, voel ik het weer.”

En hij was stil en ik ook.

We dachten ieder op onze eigen manier aan het verleden en hoe zwaar dat op iemand kan wegen, je draagt een rugzak die nooit af kan, en dragen moet, je hele leven lang, zo voelt het. De oorlog, zijn ouders, wonen in de wijk en alles wat erna gebeurde. Zo kan een ontmoeting ook zijn. Je komt elkaar nader, juist in dat zwijgen.

Uiteindelijk zei ik: “Dat is een hele afweging.” En dat is het ook - want er waren kinderen en kleinkinderen die vragen stellen, en als ze het nu niet deden, dan wel overmorgen.

Hij liep door, de Pelita-dag had een boordevol programma, in elke Bronbeekzaal was wel iets gaande.

De hele treinreis terug dacht ik aan deze ontmoeting, en hoeveel meer mensen deze afweging maken om wel of niet te schrijven. Enerzijds de eigen emotie, anderzijds de jongere generaties die  willen weten wat ze zich niet zelf kunnen voorstellen. Hopelijk zit daarin de troost, en ook iets van steun.