De Britten zijn het rechts-populisme alweer voorbij

7 July 2024, 16:31 uur
Columns
mainImage

Toegegeven, die Britten zijn een excentriek volk. Hoe ze eten, hoe ze elk probleem met een kopje melkthee afdoen, hoe ze halsstarrig aan de verkeerde kant van de weg blijven rijden… Maar in veel zaken lopen ze voor op de rest van Europa. Ze waren er al vroeg bij met het instellen van een parlementaire democratie, ze liepen voorop met het afschaffen van de slavernij en ze waren de eerste die - inmiddels tot hun grote spijt - uit de EU stapten.

En nu - terwijl heel Europa een ruk naar populistisch en radicaal rechts maakt en hier en daar zelfs neo-fascisten democratisch worden verkozen - rekent het Verenigd Koninkrijk meedogenloos af met rechts. Akkoord, er blijkt ook nog ruimte voor volksmenner Nigel Farage; de Mister Brexit die alleen maar ellende over het land heeft gebracht. Maar niet eerder in de geschiedenis leden de Britse conservatieven zo’n groot verlies als deze week. En niet eerder boekte Labour zo’n enorme winst.

De vermakelijke charlatan Boris Johnson heeft nog niet zo lang geleden met zijn leugenachtige praatjes en valse beloftes hele volksstammen weten te verleiden. Met name in de dorpen en stadjes waar alle voor mensen belangrijke voorzieningen zijn weggevallen, waar alles haveloos en in verval is, geloofden de lager opgeleiden dat Brexit alles beter zou maken. Baas in eigen land, migratie onder controle, weg onder de dwingelandij van Brussel. Met Boris aan het roer zou alles beter worden.

In verval

De werkelijkheid is dat de Britse economie sinds Boris Brexit met 140 miljard is gekrompen. De gewone Brit heeft sinds Brexit gemiddeld 2000 pond per jaar minder te besteden; als je in Londen woont daalde je besteedbaar inkomen zelf met bijna 3500 pond. Het levensonderhoud blijkt zo absurd duur geworden, dat het dringen is bij de voedselbanken. Publieke voorzieningen, de infrastructuur… alles is in verval. De stront spuit in sommige steden letterlijk uit de kapotte riolen de straat op. En de afbraak van de gezondheidszorg levert zodanige wachttijden op dat je al aan kanker overleden bent voordat een eerste röntgenfoto kan laten maken.

Dat is wat je krijgt als populistische kwinkslagen, gegoochel met de feiten, valse beloften, klinklare leugens en het aanwijzen van zondebokken belangrijker wordt dan de feiten. Het zijn in combinatie met schelden, intimidatie en polariseren de ingrediënten die al eeuwen effectief blijken en al net zo lang tot chaos, ellende, geweld en tot dood en verderf hebben geleid. En ’t zijn uitgerekend de lager opgeleiden, de mensen die het toch al niet breed hebben, die keer op keer denken dat onder deze opruiers alles beter zal worden.

Zuur links

Uit eigen ervaring weet ik dat stevig rechts vaak meer gevoel voor humor heeft dan stevig links. En dat merk je ook nadrukkelijk in de politiek. Als je naar de kamerdebatten luistert, lig je toch heel wat vaker in een deuk wanneer Geert Wilders aan ’t woord is dan wanneer de best wel spreekvaardige SP-voorman Jimmy Dijk de microfoon heeft. En denk nog even terug aan de beruchte confrontatie destijds tussen Pim Fortuyn en Ad Melkert. Niet voor niets hoor je steeds vaker de door Wilders gelanceerde term ‘zuur links’.

Maar zelfs bij Veronica Inside, waar Johan Derksen als personificatie van ’t rechtse onderbuikgevoel de boventoon voert, groeien met de dag de twijfels of Nederland met Circus Schoof nog serieus te nemen valt. De voormalig topambtenaar zelf heeft ongetwijfeld heel wat in zijn mars, maar daar zit je dan in een kabinet met de dubieuze volksmenners van de PVV en die domkoppen van de boerenlobby. Lachen kun je zeker met ze, maar op de keper beschouwd blijken ze vooral lachwekkend.

Saaie degelijkheid

Anders dan de sentimenten in Italië, Nederland, Vlaanderen, Duitsland en Frankrijk, kozen de Britten afgelopen week niet voor het populisme, maar voor saaie degelijkheid. De nieuwe Labour-premier Keir Starmer wordt als gematigd en kleurloos omschreven, maar in zijn overwinningstoespraak gaf hij onomwonden aan dat het land klaar is met ‘politiek voor de bühne’. 

Starmer belooft veranderingen, maar niet - zoals Geert Wilders - dat de zon weer gaat schijnen. Dat lijkt me overigens in een land waar de paraplu tot de eerste levensbehoeften behoort ook niet realistisch. En daar zit precies het verschil. Starmer is niet iemand die de kiezers tevoren van alles belooft en die harde beloftes (uiteraard door de schuld van anderen) weer even makkelijk inslikt. Misschien is het ook wel symbolisch dat sinds ons nieuwe kabinet rond de koning op het bordes stond, het in Nederland dagen achter elkaar pijpenstelen regende.