In het jaar dat Wilhelmina werd ingehuldigd als koningin der Nederlanden - heel goed, 1898 - kwam er in Den Haag een kampong. Tijdelijk. Wel met echte Javanen. Wie toegangsgeld betaalde, kon naar ze kijken.
Je gelooft het niet. En toch was het zo. In 1898 was er de grote tentoonstelling van vrouwenarbeid, en de organisatie wilde ook aandacht besteden aan de kolonie. Aanschouwelijk onderwijs is altijd het beste, gold op de tentoonstelling, dus ook waar het de kolonie betrof. Op kampong Insulinde, een naam die van weinig fantasie getuigde, waren 15 Javaanse mannen en 22 Javaanse vrouwen te zien. Zij zaten te zitten, batikten of voerden een dans of een toneelstukje op, aangepast aan de westerse smaak. Er klonk gamelan. Het moet anno 1898 voor de gemiddelde Hagenaar fascinerend zijn geweest: mensen die zo anders waren dan zijzelf, die zagen ze weinig op straat.
En er kwamen veel bezoekers op die tentoonstelling, duizenden. Wilhelmina en Emma ook. En eerlijk, had ik toen geleefd, dan was ik ook gegaan. Zo'n kans kwam nooit meer. Je zag ook vrouwen aan het werk, van sigarenmaaksters tot apothekeressen.
Het tijdschrift Insulinde berichtte in juli 1898 over de zakelijke achtergrond van deze kampong. Het blad interviewde een van de vrouwen, anoniem natuurlijk. Zij vertelde dat haar groep al anderhalf jaar door Europa toerde en na de tentoonstelling terug wilde naar Java. Heimwee. Maar er waren contracten getekend met hun impresario Bernard, en ze moesten nog naar Duitsland. Het werd een zakelijk conflict dat vermoedelijk eindigde met een financiële strop voor Bernard. Javanen met heimwee zijn geen aantrekkelijke attractie. Insulinde voelde medelijden met de impresario: zijn project liep in het Haagse net zo goed en nou liep het zo af. Het werd een kleine publicitaire rel over medelijden, contracten en cultuurverschillen, maar er was geen redden meer aan. Ze wilden terug en ze gingen terug.
Nou ja, einde negentiende eeuw. Zo was het toen. Voor ons onvoorstelbaar, en misschien een beetje wel. Want er zijn mensen die dat nog weten van kermissen: de dikke dame, een vrouw met een slangentong, vreemde mensen die vast van ver kwamen, die je kon bekijken. Kermissen uit de tijd voordat het internet alles veranderde. En toch denk ik het meeste aan de Javanen, die op hun Europese tournee naar de westerse mens hebben gekeken. Wat zouden ze van òns gevonden hebben?