De krant is een meneer

28 December 2024, 18:33 uur
Columns
mainImage

Media staan tegenwoordig in een kwaad licht. Waar journalisten vroeger met enthousiasme werden ontvangen, lopen ze nu ’t risico uitgejoeld, bekogeld en mishandeld te worden. Bij een demonstratie, verkeersongeluk of kerkelijke bijeenkomst, hoeven de ‘mainstream’ media niet te rekenen op een warm welkom.

De veertig jaar die ik in de journalistiek heb doorgebracht, was heel anders. Om ons vak hing een geur van heldendom. Mensen wilden - tenzij ze iets hadden misdaan - doorgaans graag in de krant. Of nog mooier: op televisie. Maar nu wordt elke journalist gewantrouwd.

Bij extreem links zag je al eerder negatieve gevoelens jegens ‘de burgerlijke pers’, maar naar mijn idee ligt ’t echte omslagpunt in de corona-tijd. Demonstrerende wappies keerden zich - met geweld - tegen ‘de mainstream media’ die in hun ogen als spreekbuis van de overheid en Big Pharma louter leugens verspreiden. 

Via sociale media verspreidde dat gevoel zich als een virus. Radicaal rechts heeft die Fake News-benadering volledig overgenomen. ‘Tuig van de richel’ heten journalisten in die kringen. Geert Wilders heeft ’t niet op de pers, zeker niet als ze kritische vragen stellen of onthullen hoe het er binnen zijn ondemocratische club aan toe gaat.

Objectief

In een column over voetballer Sem Steijn lees ik een terloops zinnetje ‘Veel media die de betekenis van objectieve verslaggeving is ontgaan’. En dat bleef bij me hangen. Want is er echt zoveel veranderd in de pers? Is die zoveel subjectiever geworden? 

‘De krant is een meneer’, wil een oud gezegde, dat zowel wordt uitgelegd als ‘de krant is iets met persoonlijkheid en karakter’ als ‘wat in de krant staat is ook maar de mening van een willekeurig iemand’.

Laten we niet doen alsof de media vroeger veel objectiever waren. In mijn jeugd hadden Telegraaf, NRC, Volkskrant, Parool, Vrije Volk, Algemeen Dagblad en Trouw allemaal hun eigen wereldbeeld. Om maar te zwijgen van de communistische krant De Waarheid. Op televisie zag de samenleving er bij Tros Aktua ook heel anders uit dan bij Brandpunt of Achter het Nieuws.

Laat ik wat verder terug gaan in de geschiedenis. Onder Napoleon werd in 1812 het dagbladzegel ingevoerd; een extreem hoge belasting waardoor kranten alleen voor de rijke elite waren weggelegd. Het laat zich raden wat het karakter van die kranten was. Pas in 1869 werd dit afgeschaft. Koning Willem III - bang voor politieke onruststokerij - poogde tevergeefs de Eerste Kamer het wetsvoorstel te laten verwerpen. 

Daarna halveerden de prijzen van kranten. In de jaren die volgden verschenen steeds meer titels. Geheel in lijn met het verzuilde Nederland kwamen er nu kranten van en voor liberalen, protestanten, katholieken en de sterk opkomende beweging van socialisten. Bijna al die kranten waren nauw gelieerd aan gelijkgezinde politieke partijen. 

Bij de radio en later televisie ging het niet anders. In de jaren 20 van de vorige eeuw ontstonden NCRV, KRO, VARA, VPRO, en AVRO; omroepverenigingen die hun identiteit zichtbaar in de naam droegen en die allemaal het nieuws belichtten vanuit hun religieuze/politieke overtuiging. Nog steeds zien we de overblijfselen daarvan.

Kijkcijfers

Nu het krantenlandschap de afgelopen decennia flink is uitgedund en omroepen zich drukker maken over kijkcijfers dan over identiteit, is het engagement minder zichtbaar geworden. Ideologie heeft plaats gemaakt voor de vraag welk marktsegment je wilt aanspreken. Op links-progressief de (ooit katholieke) Volkskrant, meer in het midden NRC en AD en op populistisch rechts als vanouds De Telegraaf. Net als honderd jaar geleden kleurt de positie de journalistieke benadering. Waar de Volkskrant zich druk maakt over het milieu, tilt De Telegraaf zwaarder aan de jaarcijfers van Schiphol.

Bij radio en televisie is ’t niet anders. Je weet wat je aan BNN/VARA en VPRO hebt, waar de meer kleurloze AVRO/TROS, MAX en KRO/NCRV voor staan en dan heb je met een wat sterkere signatuur nog EO, WNL en wat klein grut. Allemaal publieke omroep en bijna allemaal doelwit van radicaal rechts. Komt dat doordat de meeste journalisten hoger zijn opgeleid en doorgaans niet snel meegaan in populistische praatjes?

Natuurlijk zijn er media waar objectieve verslaggeving echt ver te zoeken valt. Denk aan sommige glossy’s (verkapte reclamefolders) waar bedrijven betalen voor een juichend artikel. Maar ook binnen de Publieke Omroep tref je podia waar feiten en fictie sterk door elkaar lopen. Ongehoord Nieuws noemt zich - na diverse keren op de vinger te zijn getikt - om die reden nu nadrukkelijk een opinieprogramma. Want opinie hoeft niet objectief te zijn. 

Persoonlijk vermaak ik me kostelijk met Ongehoord Nieuws; ik zie het als politiek cabaret. Jammer dat Florrie Rost van Tonningen niet meer naast Thierry Baudet en andere clowns kan aanschuiven. En ik mis node de grootste komiek, Arnold Karskens, de inmiddels ontslagen baas. Want bij radicaal rechts maken ze onderling altijd bonje. 

Ik beleef er hoe dan ook veel meer lol aan dan aan die opgeheven vinger van Omroep Zwart. Maar zowel bij ON als Zwart zeg ik het aan Voltaire toegeschreven citaat na: “Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen”. Nou ja, bij wijze van spreken dan.

Koude Oorlog 

Ik ben gewend dat in mijn jeugd de Koude Oorlog 180 graden anders werd benaderd in De Telegraaf dan in De Waarheid. Ik doel niet op opiniestukken en commentaren, maar op normale berichtgeving: bij de bouw van de Berlijnse Muur, de Russische inval in Hongarije, de Cubacrisis en niet te vergeten de Vietnamoorlog. Zoals nu het Israëlische optreden in de ene medium als genocide wordt benaderd en bij de ander als zelfverdediging geldt.

In mijn ogen is er qua objectiviteit niets veranderd. Ik ben goed in staat om uit de wirwar van meningen, waarheden, hele en halve leugens, mijn eigen opvatting te destilleren. Ik kan evenzeer genieten van de vileine uitleg van minister Fabers ‘beleid’ door die leuke jongens van ‘Even tot Hier’ als van de ordinaire prietpraat die ze bij Vandaag Inside uitkramen. Het enige waar ik me vreselijk aan erger bij VI is dat Van der Gijp en Derksen het verschil niet weten tussen zij en hun. “Hun vinden dat leuk” hoor je gelukkig niet bij Buitenhof of Nieuwsuur.