De pepernoot is op z’n retour, net als de Sint

17 November 2021, 17:08 uur
Columns
mainImage

Inmiddels ben ik eraan gewend geraakt dat corona als excuus voor van alles en nog wat wordt gebruikt. De warme bakker bij mij om de hoek verkoopt al meer dan een jaar geen maanzaadbolletjes meer. “Vanwege corona”. Wie mij kan uitleggen waarom de broodjes met sesamzaad dan nog wel in het assortiment zitten, mag het zeggen.

Er was een tijd dat ik bij diezelfde bakker zelfs kon kiezen uit harde en zachte maanzaadbroodjes. Bij de naastgelegen slager kocht ik dan een superieure filet américaine: een grotere lekkernij als lunch bestaat er bijna niet. Wel na afloop die zwarte zaadjes tussen je tanden verwijderen.

Minstens zo bont maakt de snackbar het, waar ik laatst met mijn zoon belandde. In mijn naïviteit bestelde ik een flesje chocomelk. Dat was er niet. “Vanwege corona, meneer”. Even dacht ik dat ik in de maling werd genomen, maar de man achter de toonbank bleek bloedserieus. Ze hadden vanwege de kans op een nieuwe lockdown de chocolademelk uit ’t assortiment gegooid. “Beperkt houdbaar, meneer”. Even later kocht ik bij de supermarkt een literpak en keek naar de houdbaarheidsdatum: die lag een half jaar in de toekomst. 

Pepernoten

Zou het soms ook de schuld van corona zijn dat er bijna geen pepernoten meer te koop zijn? Ik bedoel echte pepernoten; de klassieke zachte, enigszins taaie pepernoten. Niet die knapperig harde kruidnootjes, al dan niet voorzien van een bruin of wit chocoladelaagje.

In de tijd dat ik zelf nog in Sinterklaas geloofde, bestond strooigoed uit louter pepernoten. Hooguit trof je er een enkel geel of roze schuimpje tussen; vanwege het kleurig effect en in een verhouding van één op honderd. We hebben het over de tijd dat Piet nog pikzwart was, knalrood gestifte lippen had, grote gouden oorbellen droeg en met een curieus spraakgebrek was behept.

Het was lang voor iemand kon vermoeden dat er ooit een Pieten-discussie zou ontstaan. Lang voordat we zelfs maar hadden kunnen bedenken dat de figuur Zwarte Piet tot rellen, vechtpartijen en blokkades op de snelweg zou leiden. Mijn Surinaamse onderwijzer Meester Delprado vond het Sinterklaasfeest net zo leuk als zijn volledig blanke klas. 

Sindsdien is er veel veranderd. De welvaart nam toe, waardoor kinderen niet slechts één keer per week, maar elke avond hun schoen mochten zetten. En er ook elke ochtend iets in aantroffen. Op pakjesavond kwamen er steeds meer en steeds duurdere cadeaus. Kinderen mochten zelfs hun schoen zetten bij supermarkten. Er kwam een Sinterklaasjournaal op tv, Sinterklaasshows in het theater en Sinterklaasfilms in de bioscoop.

Kerst

En toen ineens de ommekeer. In Duitsland kende men geen Sinterklaas en was het altijd al gebruik om elkaar met Kerst cadeautjes te geven. En die uit Amerika overgewaaide bolle Coca-Cola-kerstman kreeg - YoHo YoHo - ook in Nederland steeds meer voet aan de grond. Lang voordat de Pieten-discussie losbarstte, raakte de goedheiligman al in verval. Eerst verdwenen de indrukwekkende etalages van De Bijenkorf en Vroom & Dreesmann vol bewegende Sinten en Pieten. De feestverlichting in winkelstraten met mijters en staffen kreeg een neutraler karakter, zodat die ook voor kerst kon blijven hangen.

Piet mocht ook niet meer met de roe zwaaien, want te intimiderend. En nu zie ik ook de teloorgang van de pepernoten. Wanneer het precies is begonnen, weet ik niet. Maar de opmars van de kruidnoot is al jaren gaande. Bij Albert Heijn lukte het me in september nog wel om een zakje Bakkers Pepernoten te vinden tussen de vele varianten kruidnoten. Maar naarmate de tijd verstrijkt, wordt dat steeds moeilijker. Bij andere supermarkten hetzelfde verhaal. Als ze al pepernoten hebben, want er zijn steeds meer winkels waar ze uitsluitend kruidnoten aanbieden.

Het ergst maakt de landelijke keten De Pepernotenfabriek het. In de achterliggende jaren kon je, in weerwil van hun naam, daar helemaal geen pepernoot vinden. Wel kruidnoten met en zonder chocolade, met karamel en zeezout, truffel, kokos, gember, butterscotch, drop en wat al niet meer. Een paar weken geleden zocht ik er vergeefs naar echte pepernoten. “Die zijn er nog niet”, kreeg ik te horen. Inmiddels zou je bij De Pepernotenfabriek temidden van 50 soorten kruidnoten bij de gratie Gods ook zakjes Oud Hollandse pepernoten moeten kunnen vinden. 

De klassieke pepernoot is een ondergeschoven kindje geworden. Zoals Sinterklaas het ook steeds meer aflegt tegen de kerstman. Ik weet nog een paar warme bakkers waar ik in deze tijd van het jaar pepernoten kan kopen. Maar hoe lang nog? Uiteindelijk zal ook hier de keiharde wet van vraag en aanbod gaan gelden. “Helaas meneer, daar was bijna geen belangstelling meer voor.”

Het gaat me te ver om actie te voeren voor het behoud van de pepernoot. De biodiversiteit zal er niet onder leiden als dit traditionele snoepgoed tegelijk met de bosparelmoervlinder uit Nederland verdwijnt. Ik verwacht ook niet dat de pepernoot kans maakt om op de Unesco Werelderfgoedlijst te belanden. Het is meer dat meewarige gevoel van nostalgie. Er zijn sinds mijn jeugd wel meer etenswaren verdwenen waar ik warme herinneringen aan bewaar. Cornuco’s en Cornuts en niet te vergeten de chocoladerepen met hazelnoten en rozijnen van Mekka. 

Allemaal beter voor mijn lijn dat ’t niet meer bestaat. Van die pepernoten ga je bovendien vreselijk ruften.