De soos en oom Nono

30 January 2020, 23:40 uur
Columns
mainImage

Eigenlijk ken ik slechts één dans en dat is de praatdans. Die gaat als volgt: ik zit en praat. Daar was ik druk mee op een soos, toen oom Nono mij zag zitten.

Even ter informatie. Op hakken ben ik een struise Hollandse vrouw en ik oog alsof ik tegen de twee meter ga. Oom Nono was een Indische man, lengte Napoleon. Maar van die generaal had hij ook de veroverende natuur overgenomen, want hij vroeg mij ten dans.

Ik zei naar waarheid: "Ik kan niet dansen."

Hij zei: "Ik leid wel."

Er ontstond een dialoog van ja-nee en ja-maar, en dit luid en duidelijk voor de omgeving te horen. Er begonnen mensen nieuwsgierig te kijken, dus weigeren kon niet meer, ook al niet omdat oom Nono's ogen de zachtheid van fluweel bezaten.

Dus ik zei: "Goed."

Met een ervaren greep leidde hij me naar de dansvloer, nam mij in positie en hij bewoog elegant heen en weer en van voor naar achter. Voorzichtig stumperde ik mee. Zat hier een systeem in, dan miste ik het. Als puber had ik dansles stom gevonden en daarna was ik er te zenuwachtig voor geweest. Op deze dansvloer was ik de langste vrouw en ik torende vér boven oom Nono uit. Alle emancipatie ten spijt, voelde ik me opgelaten met mezelf.

"Au," zei oom Nono. Ik was op zijn teen gaan staan, zo hard, dat hij het niet kon negeren. "Sorry," zei ik, en toen ik zijn gezicht zag, had ik spijt van mijn toezegging te dansen. Want ik zag wel, dat mijn gestumper hem in verlegenheid bracht. Het leek of zijn leiderschapskwaliteiten hier op het spel stonden. Hij heeft nog twee keer "au" gezegd voordat ik terug naar mijn plaats geleid werd, om de praatdans aldaar te vervolgen. Inmiddels droeg oom Nono op zijn gezicht een ijzeren glimlach. Aan hem lag het niet, kón het niet liggen.

Hij vroeg daarna nog andere dames ten dans, maar mij niet meer. De keren dat we elkaar weer zagen, evenmin. Dat was verstandig van hem, hij had toch die leiderschapskwaliteiten.

Vandaag dacht ik er opeens weer aan terug, waarom kan ik niet goed verklaren. Misschien omdat er paaseitjes zijn en hyacinten, wat wijst op een naderende lente, wèg uit die kou, op naar warmte en gezelligheid. Zo kwam de herinnering aan de soos op, en aan oom Nono, en van binnen werd ik helemaal zacht.

 

https://www.indischeschrijfschool.nl