Een enorme mensenmassa heeft zich verzameld bij de zebrapaden. Aan beide kanten van de Grote Marktstraat wacht men tot het voetgangerslicht op groen springt om over te steken. Tot dat moment razen trams, bussen, vrachtwagens, personenauto’s, motoren, scooters en fietsen over de rijbaan. Hier en daar liggen vluchtheuvels op het wegdek: daar zijn de haltes van de HTM. Als je er staat, scheert het verkeer echt rakelings langs je rug. Moeder, houdt uw kinderen vast!
Ik mag graag wegzinken in nostalgie bij foto’s in ons onvolprezen Gemeentearchief. Ik hoef er niet eens de deur voor uit, want het merendeel van de collectie is thuis digitaal te bewonderen. Ik bekijk de straten uit mijn jeugd, mijn oude lagere school, de winkelstraten in de buurt en het ziekenhuis waar mijn oma aan haar schildklier werd geholpen. De Grote Marktstraat heeft daarbij een speciale plek in mijn hart, want destijds werkend bij de Haagsche Courant in de Wagenstraat en wonend boven de Markthof, doorkruiste ik deze slagader van de binnenstad vele malen per dag. Met name op zaterdag was ’t er een drukte van jewelste. De trottoirs waren wel iets breder dan in andere straten, maar niet eens zo heel veel. Je kon er als voetganger waarachtig wel eens in de file staan.
Ik herinner me de tijd dat je nog met de auto door de Spuistraat en Vlamingstraat, door de Venestraat en Hoogstraat, door de Lange en Korte Poten kon rijden. Dat je je auto midden op het Plein mocht parkeren; een man op een verhoging wees gedienstig aan waar nog plekjes vrij waren. Toen de voetgangersgebieden in het centrum opgang maakten, hield de Grote Marktstraat als verkeersader stand. Er was een tramtunnel voor nodig om daar een eind aan te maken. In het kielzog van die ingreep werd ook het Spui aangepakt.
Het vreemde is dat ik me in die enorme verkeerschaos, die vroeger de Grote Marktstraat en het Spui kenmerkte, nooit onveilig heb gevoeld. Rijbaan, zebrapad, trottoir en vluchtheuvel waren duidelijk afgebakende gebieden. Iedereen kende als het ware zijn plek. En zolang je stopte voor rood en geduldig je beurt afwachtte, ging er weinig mis. Hoe anders is het nu. Grote Marktstraat, Kalvermarkt, Spui, Wagenstraat, Lange en Korte Poten; de ene straat is nog gevaarlijker dan de andere. Voetgangers, fietsers, scooters en taxi’s staan hier elkaar naar het leven. De voetgangers wanen zich heer en meester in het gebied. Of het fietspad nou verlaagd of verhoogd ligt, mensen steken als een kip zonder kop over of lopen gewoon onbekommerd een tiental meters op het fietspad. Waag het niet als fietser ter waarschuwing te bellen, want een boze blik is het minste. Voor je het weet kun je een oplawaai krijgen. En wee de scooterrijder die langzaam tuffend omver wordt gelopen door een voetganger die als een blinde zot van de ene naar de andere kant rent… De voetganger - immers de zwakke partij - voelt zich altijd slachtoffer.
Nu klinkt het alsof ik alleen maar met een boze vinger richting voetganger wijs, maar ik merk dat als ik zelf in de Grote Marktstraat loop, ik me ook binnen de kortste keren zo onbesuisd gedraag. Kennelijk is dat gewoon het psychologische effect van de omgeving. Ik ervaar de Grote Marktstraat en het Spui tegenwoordig als een wandelpromenade waar ik me niet om verkeer hoef te bekommeren. De peperdure ingreep om het fietspad een paar centimeter te verlagen, heeft nauwelijks effect. Op het Spui is de situatie misschien nog wel erger. Daar is geen enkel onderscheid zichtbaar tussen voetgangersgebied en rijwielpad. Alleen bij het stadhuis is iets dat je als trottoir kunt aanmerken, maar geen voetganger die dat als zodanig ziet. Hoeveel trambestuurders hebben op deze kruising al de schrik van hun leven gekregen?
De ordening van het verkeer in het centrum is compleet verdwenen. Waar in die drukte van weleer elke verkeersdeelnemer zijn eigen territorium kende, is nu iedereen dolend. De Haagse binnenstad is een wilde jungle geworden. Het mag een wonder heten dat er - voor zover ik weet - nog geen dodelijke ongelukken zijn gebeurd. Het mag een nog groter wonder heten dat nog geen voetganger een fietser of scooterrijder de hersens heeft ingeslagen of andersom. Fietsers en scooters verbannen uit al die straten is een oplossing, maar stuit - begrijpelijk - op veel weerstand.
Vlak voor de verkiezingen kwam verkeerswethouder Tom de Bruijn - alsof hij niet vier jaar lang zelf verantwoordelijk is geweest - met een typische D66-oplossing: de scooters moeten nog voor de zomer uit de Grote Marktstraat worden geweerd. Bravo! En wat doen we dan met de e-bikes, die net zo hard of mogelijk nog harder gaan? Of gewoon de racefietsers? En waarom alleen de Grote Marktstraat? Op het Spui en de Kalvermarkt is het minstens zo gevaarlijk. Ook de Haagse Stadspartij vond het ineens noodzakelijk een discussieavond aan het probleem te wijden. Opmerkelijk hoe verkiezingen jaren slepende zaken ineens urgent maken.
In Sevilla zetten ze gewoon gietijzeren hekwerken langs het fietspad met op diverse plekken een doorlaat-opening, in Wenen zag ik kleine doch stevige paaltjes met zware kettingen (voldoende duidelijk aanwezig om er niet ongemerkt over te struikelen) en er zullen inmiddels ook wel steden zijn waar ze met led-verlichting in het wegdek aangeven dat je een territorium van een andere orde betreedt. Nadat we jaren achtereen geldverslindende fantasieën voor de Grote Marktstraat hebben ontwikkeld met sierbestrating, beelden op sokkels, fantasierijke banken en monumentale kroonluchters, wordt het nu gewoon tijd om eens wat creativiteit aan inzicht en gezond verstand te koppelen. Soms heb ik het idee dat verkeersplanologen expres maar wat aanmodderen, opdat het daarna weer heel anders moet en ze zich er zo van verzekeren dat ze tot in lengte der dagen een goed betaalde baan hebben. En de bedrijven die keer op keer de werkzaamheden uitvoeren, zitten ook in het complot!
De wilde binnenstad
21 April 2018, 10:09 uur
Columns