Een 17-jarig meisje spookt door mijn hoofd

7 August 2021, 10:58 uur
Columns
mainImage

Al weken ben ik in de ban van een 17-jarig meisje. Haar naam en beeltenis spoken voortdurend door mijn hoofd. Raar, want ik ken het meisje in kwestie niet. Ik heb haar nooit ontmoet, nooit in levende lijve gezien. Zelfs haar stem heb ik nimmer gehoord. Ik ken alleen een pasfoto en ik weet haar naam: Annette Katan.

Annette Katan heeft ruim tien jaar in ’t huis boven ons gewoond. Samen met haar vader Marcus, meubelhandelaar van beroep, en moeder Sari. Als Annette de voordeur naast de onze gebruikte en het huis betrad, klonken haar jeugdige voetstappen op de houten traptreden boven onze gangkast. Zij keek vanuit de voorkamer op hetzelfde stuk straat, waar ik dagelijks op uitzie. En stond ze op een van de twee balkons aan de achterzijde, dan had ze zicht op mijn tuin. Op de grote hulstboom die helemaal achterin bij de schutting staat en er waarschijnlijk al groeide toen deze woningen in 1932 werden opgeleverd.

Op 28 januari 1944 stierf Annette Katan in Auschwitz. Haar vader zou vier maanden later omkomen in Blechhammer; een buitenkamp van Auschwitz waar joodse dwangarbeiders een chemische fabriek moesten bouwen. Ook opa en oma Katan werden in Auschwitz vermoord, evenals haar oom Joël, de jongere broer van haar vader. Diens zus Saartje werd omgebracht in Sobibor. Drie generaties Katan en talloze verwanten werden van de aardbodem gevaagd. Alleen moeder Sari - geboren als Sara de Swaan - overleefde het nazi-regime.

Joods Monument

Het was puur toeval dat ik op Annette Katan stuitte. Met mijn bovenburen besprak ik de prijsontwikkeling van de woningen in onze straat. Het verhaal ging dat een parterre als de mijne, twintig meter verderop, onlangs voor een werkelijk bizar bedrag was verkocht. Op Google tikte ik onze straatnaam in en al rondzwervend door de resultaten zag ik ineens het adres van mijn bovenburen met de toevoeging ‘Joods Monument’.

Joods Monument is een website, waarop meer dan 104.000 Nederlandse joden worden herdacht die het slachtoffer zijn geworden van de Holocaust. Al snel zag ik Annette.

Annette Katan groeide op in zekere welstand; met aanvankelijk een kindermeisje voor dag en nacht en later een dienstbode van 9 tot 2, vijf dagen per week. In het eerste oorlogsjaar gaat het financieel kennelijk minder met het gezin Katan, want in de krant wordt dan geadverteerd met ‘Zit-slaapkamer te huur zonder pension, goed gemeubileerd, p.m fl. 20,-, met inbegrip van bad fl. 22,50’.

Als de Duitsers steeds meer maatregelen afkondigen om joden te isoleren van de rest van de bevolking, belandt Annette op de afdeling Handelsdagschool van het Joodsch Lyceum, waar uitsluitend joodse leerlingen zitten en ook louter joodse leerkrachten werken. 

In mei 1942 komen de eerste deportaties op gang en op 4 december 1942 wordt Annette samen met haar moeder op transport gesteld naar kamp Westerbork. Maar Sari en Annette weten onderweg te ontsnappen en duiken onder in Groningen, de geboortestreek van Sara de Swaan. Moeder vindt onderdak in Appingedam, Annette wordt opgenomen in het boerengezin Bosker even buiten het dorp Zeerijp. In het Algemeen Politieblad van 24 december verschijnt namens de commandant van Westerbork een opsporingsbericht, waarin om hun beider aanhouding en voorgeleiding wordt gevraagd. Vader Marcus is reeds op 12 december met de trein van Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd.

Verraden

Het leek een prima schuilplaats bij de familie Bosker, midden in de landerijen en slechts toegankelijk via twee kleiweggetjes. Annette, die de schuilnaam Ans de Groot heeft aangenomen, gaat volledig op in het kinderrijke gezin. Het is een armoedig bestaan in een vervallen huis zonder gas, water of licht. Maar Annette voelt zich er veilig, helpt mee in de huishouding en geniet van het eenvoudige landelijk leven. Tot ze in de zomer van 1943 wordt verraden. 

De gewapende Nederlandse jodenjagers die Annette lopend van de boerderij wegvoeren, nemen de streekbus van Zeerijp naar Groningen om Annette aan de autoriteiten over te dragen. Alles wat van haar achterblijft in Zeerijp is een haarlok, die mevrouw Bosker heeft bewaard nadat ze Annette Katan een keer een knipbeurt had gegeven.

Als gevangene 76779 verblijft het meisje meer dan een jaar in Westerbork. Tot ze op dinsdag 25 januari 1944 op transport naar Auschwitz gaat. De trein vertrekt in de stromende regen met met 948 gevangenen, samengeperst in 26 veewagons; merendeels ‘Straffällige’ die als onderduiker zijn gepakt. Via Bremen, Berlijn, Breslau en Katowice bereikt de trein op 27 januari het vernietigingskamp. Het lijkt erop dat Annette - met 688 anderen - meteen bij aankomst naar de gaskamers is gestuurd. Als sterfdatum staat 28 januari 1944 geadministreerd.

Moeder Sari is in Appingedam ook ten prooi aan verraad gevallen en komt terecht in Bergen-Belsen; zij zal als enige van het gezin de oorlog overleven. Als ze op 15 april 1945 door de Engelsen wordt bevrijd, weegt ze nog maar dertig kilo. In de maanden daarna zullen liefst 13.000 voormalige gevangenen alsnog sterven, maar Sari weet haar leven te herpakken, ze hertrouwt en zal pas eind september 1985 op 81-jarige leeftijd overlijden.

Foute familie

Drie jaar na de dood van Sari betrek ik de parterrewoning onder het dubbele bovenhuis waar het gezin Katan ooit gelukkig was. De collega die mij heeft geholpen mijn nieuwe huis te bemachtigen, kent de straat goed uit zijn eigen jeugd. Hij vertelt me en passant dat nergens in de buurt zoveel NSB’ers woonden als hier en dat ook mijn parterre werd bewoond door een foute familie. Of dat echt waar is, weet ik niet. De collega overdreef graag en nam ’t omwille van een boeiend verhaal doorgaans niet al te nauw met de waarheid. 

Maar stel dat het klopt, hoe moeten Marcus, Sari en Annette Katan zich dan in deze buurt hebben gevoeld? Hoe hebben ze tweede helft jaren dertig, begin jaren veertig met de Duitsgezinde benedenburen verkeerd? Zal de toenmalige heer des huizes een partijspeldje op zijn revers hebben gedragen, andere NSB’ers op straat met ‘Houzee’ hebben begroet? En misschien zelfs een verkiezingsaffiche ‘Mussert of Moskou’ voor het raam hebben gehangen? Zal er in mijn woonkamer destijds een foto van Mussert aan de muur hebben gehangen? Of nog erger, van Hitler?

De kunstenaar Armando introduceerde in 1970 het begrip ‘schuldige landschap’ bij een foto van de boomtoppen rond concentratiekamp Amersfoort. Het gaat om een lieftallige omgeving waarbinnen zich afschuwelijke zaken hebben afgespeeld. Ineens voelt mijn huis en dat van de bovenburen als een schuldige omgeving. Net als dat Groningse dorp Zeerijp, waar Annette op de streekbus naar haar einde stapte. 

In het grasveldje bij de vroegere halteplaats is in mei 2019 een klein monumentje voor het joodse meisje opgericht en in de plaatselijke kerk bewaren ze die haarlok bij haar foto in een speciale vitrine. Ik ga binnenkort een aanvraag indienen voor een ‘Stolpersteine’, een kleine messing gedenksteen in het trottoir voor de deur van haar ouderlijk huis. En niet alleen voor het tienermeisje Annette; ook eentje voor vader Marcus die slechts 44 jaar oud mocht worden.