Een kitten genaamd Poetin

14 February 2025, 09:35 uur
Columns
mainImage

In de foto-terugblik die mijn iPhone me dagelijks presenteert, verschijnt ineens een zwart-wit kitten, zittend op een kunstwerk in mijn tuin. De foto is genomen op 3 juli 2005. “Ach, die schattige Poetin”, verzucht ik vertederd. 

Mijn vrouw kijkt me aan alsof ik een aanval van totale gekte heb. Poetin wordt vandaag de dag op vele manieren omschreven, waarbij ‘corrupte meedogenloze moordenaar’ nog ongeveer de vriendelijkste is. Dus ‘schattige Poetin’ is inderdaad reden voor acute opname in een psychiatrische kliniek.

Voordat ze 112 wil bellen, leg ik mijn vrouw snel uit dat het om het katje gaat dat we destijds voor mijn moeder wisten te bemachtigen. Ma-lief was op dat op dat moment 84 en had zojuist haar eigen kat verloren. Aangezien op die leeftijd je wereld toch al redelijk klein is - de ene na de andere leeftijdgenoot is er immers tussenuit geknepen - vervulde die kat een hoofdrol in haar leven. 

Er moest dus een nieuwe kat komen. Maar dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Want hoewel het nabijgelegen asiel vol met Felixen, Moortjes en Vlekkies zat, kwam mijn moeder - gezien haar eigen leeftijd - alleen in aanmerking voor een exemplaar dat al bijna op de rand van de dood verkeerde. 

Daar zag mama niets in. Zij wilde juist graag een kitten. Zo’n kleine pluizenbol die je kon zien opgroeien. “Maar mevrouw, zo’n beest heeft meer jaren te gaan dan u”, klonk het. En al bezwoer ik het asiel dat ik de kat in huis zou nemen mocht mijn moeder overlijden, er viel niet over te praten.

Tranen 

Op weg terug naar haar huis vloeiden de tranen. Ik sprak troostende woorden, prevelde dat er nog meer asiels waren en dat we heus wel aan een leuk katje voor haar konden komen. Maar dat bleek geen eenvoudige opgave. Totdat ik het huis-aan-huis-blad open sloeg: in een kleine advertentie werden zowaar kittens aangeboden. Gratis en voor niks. Ik greep meteen de telefoon. Er waren er nog twee.

Nog diezelfde avond ging ik samen met mijn broer op weg. Naar Alkmaar! Want wat was het geval: de aanbieder van het katje had via familie een voucher voor een gratis advertentie in het betreffende huis-aan-huis-blad gekregen. En ja, die mensen met hun nest van zes weken oude katjes woonden dus in Alkmaar. Ach, de benzine was in 2005 nog betaalbaar en alles beter dan een huilende moeder.

Met die kleine hummel in een verhuisdoos op de achterbank lieten we de omgeving van het AZ-stadion weer achter ons. Omdat mijn moeder kleine katjes altijd met ‘Poeti, Poeti’ begroette, doopten we de nieuwe aanwinst alvast Poetin. In die tijd kon dat nog. Het beestje bleef de eerste nacht bij mij thuis. De volgende dag liet ik het bij de dierenarts om de hoek vaccineren en daarna ging-ie - nog net niet in cadeaupapier - naar de nieuwe bazin.

Welkom 

Poetin ging een geweldig leven tegemoet. Zelden zal een kat zo welkom zijn geweest als dit exemplaar. Hij zat gezellig naast haar en keek mee naar ‘As the world turns’, ‘Dallas’ of ‘Goede Tijden Slechte Tijden’, rende als een dolle de trap op en af of viel al spinnend op haar schoot in slaap. Maar ’t feest duurde niet lang. Want vrijwel tegelijk met Poetin maakte ook Alzheimer zijn entree. Nee, geen naam voor een ander huisdier; gewoon die mensonterende hersenziekte.

Wij gingen op zoek naar een verzorgingstehuis, waar je je huisdier bij je mocht houden. En waarachtig, er bleek er eentje vlakbij mijn huis. Met onze kinderen spraken we af dat er een serieuze verhoging van het zakgeld zou volgen, indien ze ieder twee keer per week bij oma de kattenbak gingen verschonen. Iedereen blij.

Poetin vond het geweldig in ’t verzorgingstehuis. Vooral wanneer de voordeur van mijn moeders kamer open ging. Dan wist-ie namelijk niet hoe snel hij naar buiten moest rennen, de gang op. Als het een beetje meezat, lag de weg naar het trappenhuis open, naar de recreatiezaal of hoe zo’n ruimte vol tafels en stoelen mag heten. Hilariteit onder de oudjes tussen wier benen die kleine donder heen schoot.

Dit kon zo niet lang goed gaan. Dat besefte zelfs mijn dementerende moeder. Ze vond het ook intens zielig om dat beestje de hele dag opgesloten te houden in een ruimte van pakweg twintig vierkante meter. Ik zag mezelf dus al bijna met een kat in huis. Naast twee kinderen en een konijn nog een zorg erbij. 

Kattenkamer 

De oplossing kwam van mijn moeders vroegere buren. Terwijl we bezig waren de vroegere woning leeg te halen, sprak de buurvrouw me aan: wat er met Poetin was gebeurd? Ik legde de situatie uit. De buren hadden al twee katten, maar wilden ‘m graag adopteren. Om alle twijfel bij me weg te nemen, liet buurvrouw me haar kattenkamer zien. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Een kamer vol klimpalen en andere attributen waarmee de dieren zich konden vermaken. Een waar speelparadijs.

Mijn moeder had er vrede mee. En dat liet ik me geen twee keer zeggen. Nog diezelfde avond verhuisden kattenbak, zakken grint, brokjes en blikjes natvoer met Poetin mee naar het nieuwe onderkomen. Twee weken later reed ik er opnieuw naartoe. De laatste dingen in mijn moeders oude huis in orde maken om alsnog het vaccinatieboekje van Poetin bij de buren afgeven. 

Poetin had geen aandacht voor me. Die was helemaal thuis in zijn nieuwe woonomgeving met twee speelkameraden. De buurvrouw keek het vaccinatieboekje in en zag dat er nog een herhalingsprik moest volgen. “Ja, die betaal ik graag voor jullie”, haastte ik me. “We zijn dolblij met deze oplossing.” Ach, ik zat al vast aan die zakgeld-verhoging voor mijn kinderen; dit kon er ook nog wel bij. Ik pakte alvast mijn portemonnee. 

“Dan kan de dokter meteen de naam in het boekje aanpassen”, zei de buurvrouw. “Wij vonden Poetin maar niks. Hij heet nu Wesley.” Tja, dat was niet helemaal onze smaak. Wij zouden nu eerder voor Navalny of Zelensky kiezen. Maar een vooruitziende blik kan in die buurvrouw niet ontzeggen.