Een regering zonder kranten

14 January 2025, 13:02 uur
Columns
mainImage

Daags nadat Hitlers troepen Nederland bezetten, werd de pers onder toezicht van de nazi’s gesteld. Vanaf dat moment bepaalden de Duitsers wat wel of niet mocht worden gepubliceerd. Kranten die niet aan deze censuur meewerkten, werden verboden. Onder meer Het Parool, Vrij Nederland en Trouw gingen illegaal verder, maar medewerkers, drukkers en verspreiders liepen daarmee het risico te eindigen in een concentratiekamp of zelfs voor een vuurpeloton.

Wat alleenheersers, dictators en tirannen wereldwijd met elkaar gemeen hebben is een hekel aan kritiek. Of die nu komt van een vrolijke moppentapper, een cabaretier, theatermaker, poppenspeler of beeldend kunstenaar, het wordt met harde hand aangepakt. De schaal waarop de media echter kritiek kunnen uitstrooien, vraagt om meer tegenmaatregelen. Of je nu terugkijkt naar heersende fascisten of communisten, het eerste wat ze allemaal doen is de journalistiek strak en zonodig met geweld aan banden leggen. 

Hitler, Stalin, Mussolini, Franco, Mao, Castro, Pinochet, Ceaușescu, Videla noem ze maar op; onder hen geen vrije pers, geen moeilijke vragen, geen kritische analyses of bespiegelingen van hun beleid. Ja, zelfs geen simpele berichten over zaken waar de machthebbers liever geen aandacht op vestigen. Kranten, radio en televisie zijn er in de optiek van alleenheersers en hun aanhang louter om te juichen, om propaganda te bedrijven. Het credo luidt: Wie niet voor mij is, is tegen mij! Kritische journalisten worden door tirannen als ‘luis in de pels’ gezien; een hinderlijk iets wat je ’t liefst wilt dooddrukken. 

Dat laatste mag je trouwens letterlijk nemen. Onder Hitler betekende kritiek een enkele reis Dachau, bij Stalin Siberië. Poetin en Xi hebben soortgelijke opbergplekken. Journalisten die nog een stap verder gaan dan kritisch volgen, die wandaden/corruptie van machthebbers (dreigen te) onthullen, krijgen een kogel op straat of komen om bij een auto-ongeluk. En kritische columns over de heerser van Saoedie-Arabië kunnen ertoe leiden dat je op een consulaat in stukken wordt gesneden.

Thomas Jefferson

De Amerikaanse president Thomas Jefferson, algemeen beschouwd als architect van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring van 1776 en sterk voorvechter van democratie, zou het belang van de pers als volgt duiden: “Als het aan mij zou worden overgelaten om te beslissen of we een regering zonder kranten of kranten zonder regering zouden moeten hebben, zou ik geen moment aarzelen om het laatste te verkiezen.”

Dat mag misschien ook wat overdreven heten, maar 't is niet voor niets dat onafhankelijke media bij autocraten altijd als eerste onder vuur komen te liggen. Parallel daaraan volgt het aan banden leggen van de onafhankelijke rechtspraak. Want dat is weer nodig om journalisten en andere kritikasters die zich niet aan de tirannieke regels houden te vervolgen.

Eigen krant

Voordat je bij machte bent om de media naar je pijpen te laten dansen, is er - mits je genoeg geld hebt - een andere effectieve methode om je van een volgzame pers te verzekeren. Grootindustrieel Henry Ford startte naast zijn Amerikaanse automobielfabriek in 1919 een eigen krant om via de Ford-dealers zijn antisemitische opvattingen in een oplage van 700.000 exemplaren te kunnen ventileren. Hij zou een inspiratiebron blijken voor zijn latere vriend Adolf Hitler. 

Want Hitler vergiftigde vanaf 1920 Duitsland met zijn jodenhaat via de Völkischer Beobachter (De waarnemer van het volk). Hij had het krantje door een rijke sympathisant doen kopen en dit lijfblad van de nazi-partij groeide vervolgens in oplage van 8000 naar 1,7 miljoen. Die methode gaat nog steeds op. Hongarijes enfant terrible Viktor Orbán liet - zo kun je lezen op de website van Amnesty International - ook rijke vrienden (kritische) media opkopen en omvormen tot pro-Orban-kanalen. Het is opmerkelijk hoe ’t grootkapitaal de hele geschiedenis door altijd hand in hand gaat met despoten.

Wie in Hongarije niet te koop bleek en niet aan zelfcensuur wilde doen, kreeg te maken met advertentie-boycotten en vervolgens met nieuwe wetten en een door Orban gecontroleerde mediaraad; die vervolging van journalisten mogelijk maakt. In Polen ging het onder het PiS-regime langs precies dezelfde weg: directies van publieke omroepen werden ontslagen en vervangen vanwege hun ‘anti-Poolse meningen’. Ook in Italië staat de pers meer en meer onder druk. Netanyahu schildert de schaarse Israëlische media die voorzichtig-kritisch zijn op zijn Gaza-oorlog af als landverraders en het kantoor van Al Jazeera is inmiddels op Bibi’s gezag met militair machtsvertoon gesloten.

Leugens

Als oud-kunstredacteur en culinair journalist heb ik weinig van doen gehad met politiek; al heb ik vaak genoeg de bijbehorende geur van list en bedrog mogen opsnuiven. Maar het baart me nu zorgen als ik zie hoe Amazon-eigenaar Bezos zijn gerenommeerde krant Washington Post - ooit vermaard door de onthullingen over Nixon’s Watergate-betrokkenheid - aan de leiband legt om Trump te plezieren. Dat Elon Musk zich met zijn miljoenen alsook met zijn omstreden medium X in het centrum van de macht heeft ingekocht. En dat de baas van Facebook en Instagram nu ook niet weet hoe snel hij zich bij een veroordeelde crimineel moet inlikken. Feiten checken is afgeschaft. Leugens en laster mogen weer op zijn socials.

Je kunt ervan wegkijken of zelfs vergoelijken wat er met de onstuimige groei van radicaal rechts allemaal gaande is, zoals er in de jaren dertig werd weggekeken bij wat zich in nazi-Duitsland voltrok. Hitlers Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) was nu eenmaal bij verkiezingen in 1933 de grootste partij geworden. Maar we weten allemaal waar dat eindigde, nadat het parlement vakkundig buiten spel was gezet.

Zou die Thomas Jefferson 200 jaar geleden met zijn uitspraak over ‘een regering zonder kranten’ al hebben voorzien dat sommige politici democratisch kunnen worden gekozen, terwijl zij vervolgens diezelfde democratie - ongehinderd - om zeep willen helpen? Zei Thomas Jefferson niet gewoon dat kritische journalisten altijd nodig zijn om bij politici telkens opnieuw de vinger op de zere plek leggen?