Eerlijke televisie en Twan Huys, ik weet er alles van

15 October 2018, 13:58 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

De eerste keer dat ik met oneerlijke televisie werd geconfronteerd, was toen Pim Fortuyn door grootgrondbezitter en ultieme deuger Marcel van Dam voor “minderwaardig mens” werd uitgemaakt, omdat hij een boek had geschreven waarin hij waarschuwde tegen de islamisering van onze samenleving. Van Dam bleek het boek zelf niet gelezen te hebben; zijn redactie had dat waarschijnlijk voor hem gedaan. Het Rotterdams Dagblad deed daar nog een schepje boven op door Van Dam 100% gelijk te geven en in de krant te vermelden waar Pim woonde. Er stond nog net niet bij: “Daar kunt u de ruiten ingooien”. Het kartel in de praktijk.

Tijdens de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 moesten wij het hebben van de kosteloze publiciteit, maar Pim had ‘r meer dan genoeg van. Toen Felix Rottenberg hem uitnodigde voor zijn programma Slot Rottenberg weigerde hij aanvankelijk, maar wij vroegen hem toch te gaan. Nu was ijdelheid Pim niet vreemd, dus hij bezweek snel voor onze smeekbeden. Tijdens het vooraf opgenomen programma vertelde hij dat de WAO eigenlijk vaak ten onrechte werd gebruikt. De oorspronkelijke bedoeling van die regeling was een bescherming tegen ongevallen op het werk. Beter was de WAO af te schaffen en te vervangen door een andere verzekering.

De volgende avond bleek, dat de laatste toevoeging verdwenen c.q. geknipt was. Pim zei slechts dat de WAO moest worden afgeschaft. Uiteraard dook de rest van de pers daar direct bovenop en voor onze opgenomen oorspronkelijk uitgesproken tekst was geen enkele belangstelling: Fortuyn wilde de WAO afschaffen. Dat paste prima in het plaatje.

Twee weken voor de moord op Pim (zijn moordenaar zit nu op het terras een sapje te drinken) nam de VPRO een vraaggesprek met hem op waarbij hij de pers hekelde. Hij won op alle fronten: zo duidelijk dat het hele programma in de onderste la verdween. Pas nadat een medewerker wees op die lade en de historische betekenis van de beelden werden de opnamen toch uitgezonden. Twee jaar na zijn dood!

Toen Aboutaleb werd benoemd als burgemeester van onze stad reageerde ik mijn woede af voor het NOS journaal. Het journaal zendt van je boodschap meestal slechts 10 à 20 seconden uit. Je moet die boodschap dus snel brengen. In mijn geval iets te snel en iets te ongenuanceerd.

Die middag belde Nieuwsuur op of ik die avond in hun programma uitleg wilde geven. Omdat ondertussen ook Leefbaar over me heen gevallen was, pakte ik de gelegenheid aan om het één en ander recht te kunnen zetten. Het gebruikelijke voorgesprek voor de uitzending verliep geroutineerd. De vragen hadden betrekking op de procedure en mijn bezwaren tegen de nieuwe burgemeester.

In de studio werd ik opgehaald door de presentator, die me tussen neus en lippen vertelde dat ik in debat zou gaan. Mijn opmerking dat ik daar niet van wist en daarvan niet door zijn redactie op de hoogte was gesteld wuifde hij weg door te stellen: “U kunt niet meer weigeren. Uw komst is al verschillende keren aangekondigd.”

Dan sta je voor een dilemma. Je bent in de maling genomen en als je weigert, ben je voor heel televisiekijkend Nederland een lafaard.

Ik ben dus gegaan en werd ook volkomen verrassend tijdens de uitzending aan de telefoon gezet met Aboutaleb met de mededeling (lopende camera’s): “Die wilt u natuurlijk wel feliciteren?”

Iedereen behalve ik wist het, want de verbinding was al gelegd. Gelukkig had ik toen al wat tv-ervaring en ging mijn eigen weg.

Sensatie zoeken ten koste van een gast, die zo vriendelijk is zijn mening te willen geven en die is voorgelogen. Ik neem aan dat ondertussen overgekomen is, wie die presentator was?

Zijn toenmalige redactie zal ook wel naar RTL zijn overgestapt.