Sinds Saskia Bruines wethouder voor Cultuur in Den Haag is, raakte de stad Parkpop kwijt, kondigde het Literatuur- en Kinderboekenmuseum aan naar Utrecht te verhuizen, sloot het Couperusmuseum de deuren en ging - na 65 jaar - de Tong Tong Fair failliet.
Het nieuwste debacle dat deze carrière-politica van D66 op haar conto mag schrijven, is nu het afblazen van ’t Escher-museum in de voormalige Amerikaanse ambassade. Omdat Amsterdam met een Escher Experience komt; een ervaring waar kennelijk niet mee te concurreren valt.
Zelfs haar vroegere VVD-collega Louise Engering, die - schande o eeuwige schande - in 2005 het wereldberoemde North Sea Jazz aan Rotterdam uitleverde, heeft het als wethouder niet zó bont gemaakt.
Saskia Bruines is het prototype van de D66’er: ogenschijnlijk vol begrip en oplossingsgericht, maar als je op haar leunt zak je samen door de vloer. Wethouder Bruines past ook perfect in het gebruikelijke Haagse patroon van treuzelen, hand op de knip, angst om persoonlijke averij op te lopen en ten slotte heel hard krokodillentranen huilen. Het recept voor een glansrijke loopbaan in de politiek.
Holland Festival
Door dit gedrag verspeelde Den Haag sinds de Tweede Wereldoorlog tot twee keer toe het Holland Festival, door deze houding kon het Nederlands Dans Theater uitsluitend overleven en tot wereldfaam komen dankzij interventie van de rijksoverheid (hetzelfde rijk dat ook het eigen theater en de concertzaal van het Residentie Orkest aan het Spui mogelijk maakte), door deze opstelling week Crossing Border tijdelijk uit naar Amsterdam en door dit beleid verdwenen ook diverse jeugdtheatergroepen (Psssst en NJT) en werd toneelgroep De Appel in weerwil van alle grote successen de nek omgedraaid.
Tja, dat zijn alleen nog maar de dingen die mij, als voormalig chef kunstredactie van de Haagsche Courant, even snel te binnen schieten. Ik zie vast nog wat over het hoofd. En dan heb ik het verder maar niet over het feit dat Popstad Nr. 1 er in al die jaren niet in is geslaagd alhier een Nationaal Popmuseum te realiseren; dat staat nu in Hoek van Holland.
Gemeentearchief
Dat het Escher Museum in het oude ambassadegebouw niet doorgaat, lijkt mij overigens niet zo’n ramp. Richard de Mos maakt er graag een drama van, die rol past hem als populist nu eenmaal het best. Maar het afblazen van dit plan is wel weer typerend voor de Haagse lankmoedigheid. Was dit ambassadegebouw ook geen geschikt onderkomen geweest voor het Literatuurmuseum/Kinderboekenmuseum? Utrecht gaat daar nu mee aan de haal; notabene met een collectie die in basis uit het Haags Gemeentearchief voortkomt.
Ach, het is in Den Haag telkens hetzelfde liedje. Het gebrek aan durf en doorzettingsvermogen viert hier al decennia hoogtij. Er was een tijd dat Scheveningen aan de top stond van het internationale muziekleven, dat het Kurhaus een podium was voor de grootste wereldsterren. Er was een tijd dat toonaangevende uitgeverijen in Den Haag gevestigd waren, omdat het literaire leven hier rijkelijk bloeide. En er was een tijd dat Den Haag een prima reputatie had op het gebied van cabaret en variété.
Dat is allemaal vergane glorie. Wat nu in cultureel Den Haag ontkiemt, snelt zo vlug mogelijk naar Rotterdam of Amsterdam. En gelijk hebben ze. Want iedereen weet dat je in Den Haag niets te verwachten hebt. Dat was al heel lang zo en dat is onder Saskia Bruines alleen maar erger geworden. Die staat erbij en kijkt ernaar en gaat als pleister op de wonde in 2026 een krakkemikkig alternatief voor de Tong Tong Fair (verdeeld over de stad) financieel ondersteunen, terwijl in Rijswijk al razendsnel een Pasar Indonesia uit de grond is gestampt.