Ook ik zag dat filmpje waar een solerende student met een Israëlische vlag het angstig op een lopen moest zetten toen hij belaagd werd door agressieve pro Palestijndemonstranten, van wie een breed lachend meisje nu het gezicht is. Ze had er schik in.
Campus Woudestein, lente 2024.
Ik heb al eens vaker gezegd en ik blijf het herhalen: er zit wel degelijk een grens aan het demonstratierecht. Dat wordt bereikt zodra je met gezond verstand kunt inschatten dat er van een vreedzame bedoeling geen sprake is.
Daarom snap ik de angst niet om demonstraties te verbieden. Zowel het bestuur van de Erasmus Universiteit als de burgemeester van Rotterdam had ruim op tijd moeten zeggen: nee, nee, dit doen we niet. Klaar. Onacceptabel. Ik ben uit de tijd van schoolleraren, die er stevig de wind onder hadden. Was het nog maar zo.
In november 2019 zei Aboutaleb nee tegen een avonddemonstratie van het altijd ruzie uitlokkende Pegida. Dat was toen volkomen terecht. Op zijn netvlies stond de herinnering aan dat kleine straatje op Rotterdam-Zuid waar anderhalf jaar eerder honderden getergde jongelui met Turkse vlaggen bereid waren datzelfde Pegida mores te leren. Het was Ramandan en Pegida wilde naast hun moskee barbecueën. Maar dan kom je niet demonstreren. Dan kom je ellende uitlokken en herrie schoppen. Verstandige politieagenten voorkwamen toen een kilometer vóór dat straatje erger.
Het recht om te demonstreren is geen recht om te terroriseren. Niet voor Pegida. Niet voor de studenten die zich tegen Israël keren.
Ik prijs dus elke burgemeester die feilloos kan inschatten wanneer er een bak ellende op komst is en die slim op tijd weet te voorkomen.
Stop met dat angstvallig verschuilen achter een grondwet die dateert toen demonstraties nog respectvol waren en waaraan geen vies luchtje zat.
Onze Jongere Ouderen Unie wil er binnenkort samen met Leefbaar Rotterdam over in debat met de burgemeester.