Even niet ’t moment om trots te zijn

19 August 2021, 16:21 uur
Columns
mainImage

Mensen die trots zijn op hun afkomst, geven mij soms een wat ongemakkelijk gevoel. Waar ben je dan precies trots op? Louter dat je Fries bent of Groninger? Rotterdammer of Hagenees?

Ik begrijp dat je gevoelens van trots ervaart als je een diploma hebt behaald; iets waar je hard voor hebt gestudeerd. Dat je trots bent als je zelf een prachtige veranda aan je huis hebt gebouwd. Of dat je een medaille hebt behaald in een hardloopwedstrijd. Allemaal zaken waar een bewonderenswaardige prestatie voor is geleverd. Maar wat heb je zelf bijgedragen aan het feit dat je Limburger bent of Zeeuw? Of dat je van adel bent?

Schaamte voelen vanwege je afkomst is in mijn ogen net zo onterecht. Je deelt misschien wat lelijke genen met voorouders die wegens diefstal of zelfs moord in ’t gevang hebben gezeten. Die hebben geheuld met de Spaanse, Franse of Duitse bezetter. Of geld hebben belegd in wapenfabrieken dan wel betrokken waren bij slavernij. Maar dat was destijds hun keuze. Jij hebt er geen invloed op gehad, niet aan deelgenomen. Dus waar zou je je voor moeten schamen?

Toch voel ik op dit moment een zekere gene voor mijn Nederlanderschap. Als ik zie hoe ons kabinet zich de afgelopen tijd heeft opgesteld in de kwestie Afghanistan, bevangt me een gevoel van diepe schaamte. Liever zou ik even Duitser of Engelsman zijn. Als ik de ministers Bijleveld, Kaag en staatssecretaris Broekers-Knol zich tegenover de Tweede Kamer hoor verantwoorden voor de falende evacuatie van Afghanen die voor Nederland werkten en nu voor hun leven mogen vrezen, zit ik met gekromde tenen. En dan werk ik niet eens bij defensie, justitie of buitenlandse zaken.

Je mag D66-leider Sigrid Kaag afstandelijk, hautain en elitair vinden, maar ik dichtte haar wel een - voor politici ongebruikelijk - hoog moreel besef toe. Waar is dat gebleven? Angst voor de rechtse kiezer? Vrees voor de vileine woorden van Wilders, het badinerende geneuzel van Eerdmans en Haga of de wartaal van Baudet?

Draaikont Bijleveld 

Of is zij in het kabinet overrompeld door de ruggengraatloze partners Ank Bijleveld en Ankie Broekers-Knol? Draaikont Bijleveld, die al jaren lang blunders op elkaar stapelt en liegt dan wel naar anderen wijst. Die tegenwoordig drukker is met twitteren over haar bioscoopbezoek dan met urgent beleid. Als het CDA straks wellicht niet meer mee regeert, zijn we in elk geval van deze kneus af. 

En dan die amicale mevrouw Broekers-Knol. Die altijd de gezellige oma uithangt en jazzy gaat zingen als RTL-verslaggever Jaïr met zijn microfoon verschijnt. Wat een miskleun is dat van de VVD geweest om haar - vlak voordat ze rijp is voor ’t bejaardentehuis - nog even een leuk betaald erebaantje te bezorgen. Wat een puinhoop heeft dat mens er al van gemaakt met de IND, met Marokko en nu dus weer. Alles gaat even traag, even laks. Je verschuilen achter bureaucratisch semi-juridisch gezever. Geen greintje fatsoen, een totaal gebrek aan menselijk gevoel. En maar herhalen dat zij niets fout heeft gedaan. Zelfs een onbetrouwbare hork als de Engelse premier Boris Johnson toont meer verantwoordelijkheidsbesef.

Salaris

Moeten we half Afghanistan hier opvangen? Natuurlijk niet. Moeten we er alert op zijn dat je in de stroom familie van tolken, beveiligers, chauffeurs, fixers etcetera geen potentiële terroristen meekomen? Vanzelfsprekend. Maar al die Afghanen die voor de ambassade en voor onze krijgsmacht werkten, hebben in die periode salaris ontvangen. Daar is dus administratie van: arbeidsovereenkomsten, loonstroken, salarisnummers, personeelsdossiers, noem maar op. 

De opmars van de Taliban ging verassend snel, maar ook weer niet zo snel dat je de val van Kabul niet minstens een week tevoren zag aankomen. De Nederlandse ambassade had bovendien al maanden terug een inventarisatie kunnen maken om welke mensen het zou gaan. Men had toen al in kaart kunnen brengen hoe die gezinnen eruit zagen. Men had toen al een gedegen evacuatieplan kunnen opstellen. Gewoon voor het geval dat het nodig zou zijn.

In plaats daarvan is getalmd, getreuzeld, weggekeken. In het kabinet, op de departementen en op de ambassade. In plaats daarvan stond het lokale personeel deze week onverwacht voor een compleet lege ambassade. Alleen de Nederlandse staf was ingelicht over de op handen zijnde evacuatie. Dat is tekenend. 

Kwalijke reputatie

In het licht van de geschiedenis heeft Nederland al veel langer een kwalijke reputatie als het gaat om loyaliteit jegens mensen die het Nederlands belang hebben gediend. Daar kunnen de vroegere KNIL-militairen van meepraten. Daar weten de Molukkers alles van. En minder ver terug in de tijd is daar de schandvlek van het lokale personeel op de Dutchbat compound in Screbenica, dat werd uitgeleverd aan de moordenaarshanden van Mladic. Nu dreigt hetzelfde voor Afghanen die in Nederlandse dienst waren. Over vijftig jaar biedt een minister-president weer deemoedig zijn excuses aan voor de lankmoedige houding van de toenmalige regering.

Gelukkig heeft een ruime meerderheid van de Tweede Kamer karakter getoond en de tanden laten zien. Maar hoe dan ook is het even niet ’t moment om er trots op te zijn dat je Nederlander bent.