Fraude ligt op de loer bij verkoop sociale huurwoningen 

17 May 2022, 23:37 uur
Columns
mainImage

Woningbouwcorporaties zijn al jaren bezig met het verkopen van leegkomende woningen. In Den Haag worden jaarlijks honderden goedkope huurwoningen te koop aangeboden. Vaak voor interessante prijzen. De manieren waarop dat gebeurt, lopen uiteen. De ene keer moet je overbieden. Bij andere aanbiedingen gelden vaste verkoopprijzen. Ook de voorwaarden, die aan het kopen van zo'n sociale huurwoning zijn verbonden, verschillen per corporatie.
Dat is jammer. Een uniforme en transparante verkoopregeling zou wenselijk zijn. Het zou de controle erop ook vereenvoudigen.  

Controle? Is dat nodig dan? Ja dus.  
Want bij de verkoop van sociale huurwoningen ligt fraude op de loer. Is er zicht op in hoeverre een vriendje dan wel een goede kennis van de corporatiedirecteur wordt voorgetrokken bij het verkopen van dit soort woningen? Niet echt.

De Autoriteit woningcorporaties houdt toezicht op integriteitsschendingen, zoals verkoop aan relaties. Maar actief onderzoek doet men er niet naar.
Over haar werkwijze geeft de Aw de volgende uitleg:
1. Bij vermoedens van integriteitschendingen kan dit gemeld worden bij het meldpunt integriteit van de Aw. Meldingen die voldoende concreet gemaakt kunnen worden, worden in behandeling genomen en waar nodig nader onderzocht. Als er veel signalen/meldingen binnenkomen over één specifieke integriteitsschending, is dit aanleiding dit breder op te pakken. Voor de verkoop aan relaties is hier tot op heden geen reden toe.
2. Het onderwerp integriteit komt altijd uitvoerig aan bod bij de reguliere toezichtonderzoeken en gesprekken met de corporaties. Opzet en werking van integriteitsbeleid (zoals gezegd: vaak is vastgelegd dat de verkoop van woningen aan eigen werknemers of familieleden niet is toegestaan) van een corporatie komen hier onder meer aan de orde.

In de praktijk betekent dit dat schendingen vrij eenvoudig zijn te 'organiseren'. Een voorbeeldje: de directeur van corporatie A verkoopt een woning aan de zoon van de directeur van corporatie B, die in ruil daarvoor een woning aan de zoon van de directeur van A verkoopt. En klaar is Kees.
Je maakt zo'n constructie - niet onmogelijk maar - wel veel lastiger, als kandidaat-kopers moeten overbieden op de vraagprijs. Maar aangezien elke corporatie haar eigen verkoopwijze mag bedenken, zijn bovengenoemde 'ruildeals' ten faveure van vriendjes of vriendinnetjes van corporatiedirecteuren niet uit te sluiten.

Mocht de Aw er eens een keertje voor gaan zitten om onderzoek te doen naar eventuele integriteitsschendingen bij de verkoop van sociaal bezit, dan doen de inspecteurs van de onder minister De Jonge ressorterende autoriteit er goed aan om te beginnen met het opvragen van informatie van die woningen, die ondershands zijn verkocht. Gaat dan om woningen, waarvoor niet is geadverteerd en waarop men niet kon overbieden.