De zichzelf tot spreekbuis van correct Nederland gemaakte ex-lolbroek Freek de Jonge toont zich een kind van zijn vader. Die - dominee - hield zijn leven lang vol dat mensen zich moesten houden aan de regels van zijn God. De Jonge heeft ook zijn eigen regels en vindt dat wij – het Nederlandse volk - moeten luisteren naar zijn onverdraagzaam fatsoenlijke boodschap.
Twee kanten
Hij heeft opgeroepen om gedichten te schrijven van acht regels om die via deugblad Trouw naar Kamervoorzitter Martin Bosma te sturen. Bosma begint namelijk iedere zitting van de Kamer met een gedicht. Hij wil de scherpe kantjes van het politieke werk even weghalen en laten horen hoe rijk onze Nederlandse taal is.
De Jonge roept op tot het sturen van gedichten, omdat hij hoopt op twee resultaten. Ten eerste dat mensen de oprechtheid van Martin Bosma in twijfel trekken en ten tweede op ongenuanceerde aanvallen op zijn persoon, die kunnen aantonen hoe onbeschaafd andersdenkenden zijn. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat ook mijn vingers jeuken.
Dichters
Ik heb al eerder geschreven dat dichters ons te hulp kunnen schieten bij het verwoorden van gevoelens. Ik las een gedicht van Gerard van het Reve voor bij een herdenking van Pim Fortuyn. Ook heb ik het gedicht ”De zittende politicus” van Gerrit Komrij aan veel geestverwanten gestuurd.
Dat mag niet van De Jonge, want hij vindt zichzelf de erflater van de Nederlandse dichters, die hij zijn dode misbruikte vrienden noemt. Andersdenkenden - zoals wij - misbruiken hun poëtische nalatenschap.
Humor als wapen
De humor van Martin Bosma gaat voor zijn tegenstanders door merg en been. Hij gebruikt het als ultiem wapen tegen de kleinburgerlijke oppositie, die hun tegenstanders bestrijden met verwensingen, valse suggesties en scheldkanonnades. Uiteindelijk leidde die vorm van oppositie tot moord. Het opvallende is dat het op humoristische wijze benaderen van een maatschappelijk probleem ook het handelsmerk van Theo van Gogh was. Zijn ironie en cynisme zijn hem uiteindelijk ook fataal geworden.
Hufter Manifest
De Groene Amsterdammer heeft ooit een “Hufter Manifest” gepubliceerd, waarin gesteld wordt dat mensen als Van het Reve en Bosma, die humor gebruiken de samenleving vooruit helpen. Zij (Hufters) durven hun nek uit te steken, maar worden door fatsoensrakkers tegengewerkt en gedemoniseerd, omdat die alles bij het oude willen laten en bang zijn voor verandering.
Hufters durven buiten de gangbare moraal te treden en lastige vragen te stellen. Ze zijn als Spinoza en Darwin, die door de religieuze fatsoensrakkers van hun tijd verketterd werden. Zij zijn het zout der aarde. Nu gaat de vergelijking misschien een beetje ver, maar Martin Bosma treedt buiten de door “beschaafd ‘en “fatsoenlijk” Nederland gebaande paden. De Jonge lijkt een rancuneuze clown, die de maatschappelijk veranderingen niet verwerken kan.
Fatsoensrakker De Jonge wil dat we gedichten opsturen naar het dagblad Trouw. Hier het mijne:
In de herfst van ons leven.
Spinrag tooit zich s’ ochtends met zilveren douw,
Een oude man kust de rimpels van zijn lieve vrouw.
De wind giert door de ontbladerde bomen.
Magere Hein kan elk ogenblik binnenkomen.
Gekleurde zwammen groeien op het dode hout.
Avondwind maakt onze stramme lichamen koud.
Bruine en rode herfstbladeren waaien in een kuil.
Wanneer houdt Freek de Jonge eindelijk zijn muil?