Gesprekken voeren

12 January 2023, 07:17 uur
Columns
mainImage

Dit is de periode van ontmoetingen op de talloze nieuwjaarrecepties. Mijn vrouw en ik hebben vele sociale contacten. We zijn lid van de wijkraad, twee politieke partijen en een bridgeclub. Daarnaast zien we nog regelmatig vrienden en kennissen, die we de laatste zestig jaar hebben vergaard.

Ziekenhuisopnames

Bij die laatsten zijn mensen, die je soms een flinke tijd niet gezien hebt; vooral op reünies* kom je ze tegen. Na de begroeting: “Goh, wat leuk dat ik jou zie” volgt de gebruikelijke vraag: “Hoe gaat het?” Vaak volgt dan een zucht en gaat de aangesprokene beginnen met zijn medisch verleden. Ziektes, operaties, ziekenhuisopnamen en kunstledematen passeren de revue. Uiteindelijk is de conclusie, dat het een wonder is dat hij/zij/het de bijeenkomst sowieso nog kan bijwonen.

Nu is het de kunst om niet te gaan opbieden met eigen doorstaan medisch leed; vaak volstaat een “tjongejonge”. Ik heb - gelouterd door ervaring - me aangeleerd om eigenlijk direct bij het begin van zo’n ontmoeting te zeggen: “Zullen we het niet hebben over het lichamelijke ongemak, dat ons is overkomen? Vervolgend : ”Hoe is het met…. of weet je nog dat…?” Mijn verzoek wordt negen van de tien keer glimlachend en begrijpend knikkend gehonoreerd.

Kleinkinderen

Voor veel mensen van onze leeftijd zijn de kleinkinderen een bron van geluk en plezier. Daarbij wordt vaak vergeten, dat die gelukservaringen en plezierige momenten, vooral een persoonlijk karakter hebben. Toch hebben veel gesprekspartners de neiging tot in détail het reilen en zeilen van hun kleinkinderen met je te delen. Tot overmaat van ramp verschijnen dan op de telefoon talrijke foto’s, die het besprokene moeten illustreren. Ook hier moet niet de fout worden gemaakt de eigen kleinkinderen ter sprake te brengen. Dat leidt eveneens vaak tot opbieden. “Ze liep al toen ze elf maanden was.” ”Oh die van ons, toen ze tien maanden was en toen was ze ook al bijna zindelijk” Niet doen, maar vragen naar gemeenschappelijk verleden of kennissen, desnoods informeren naar de vakantie. Grootouders hebben vaak het idee, dat het enthousiasme over hun eigen nakomelingen algemeen is. Laat ze in die illusie.

Overnemers

Onder mijn bekenden zijn ook mensen, met wie ik - als het even kan - een gesprek uit de weg ga. Ze veinzen belangstelling, maar dat is schijn. Als je na hun “hoe gaat het” wilt antwoorden, beginnen ze al met hun uiteindelijke doel: het ventileren van eigen ervaringen. De vraag: “Gaan jullie nog naar Haamstede?” krijgt dan, zonder een moment te wachten op het antwoord, een vervolg: “Wij gaan vaak naar Bennebroek o.i.d. We hebben daar … etc.”

Deze gesprekspartners kunnen ook feilloos anticiperen op ervaringen die je deelt door ze over te nemen: Ik “Goh, ik heb van de week, Balkenende nog gezien”. Zij ”Ja, weet je wie ik gezien heb?” of soms nog erger: “Balkenende, een kennis van me heeft …”, dan volgt een bekende Nederlandse politicus in overtreffende trap. In jouw ervaring is aangesprokene absoluut niet geïnteresseerd; misschien alleen om het te bagatelliseren.

Inbreken

In mijn kennissenkring zijn ook mensen, die zich zonder enige gene mengen in een gesprek. Ben je gezellig aan het kletsen en pats, ze gaan ertussen staan en beginnen de aandacht van jou of je soms verbaasde gesprekspartner op te eisen. De opmerking: “Sorry we staan even te praten” wordt fronsend aangehoord, om daarna gewoon door te gaan. Dat inbreken kan ook in een groepsgesprek tot irritatie leiden. Je begint een betoog of een anekdote (ik wil graag leuk zijn) en halverwege of liefst net voor de clou, valt iemand je in de rede en eist de aandacht van het hele gezelschap op door met een totaal ander eigen verhaal te beginnen. Ik zucht dan diep en denk aan Jean-Paul Sartre: “L’ enfer c’est les autres” (de hel dat zijn de anderen).

Enfin vanmiddag weer een onoverkomelijke receptie. Ik heb me voorgenomen om vooral veel te luisteren en niet de fout te maken om alles op mezelf te betrekken, want zelfkennis is de basis van alle kennis.   

 

*Bijeenkomsten, die meestal bezocht wordt door mensen die denken in het leven geslaagd te zijn en dat graag met anderen willen delen.