Gun Duivesteijn een straat,  ’t Spuiplein komt Birnie toe

28 March 2023, 06:00 uur
Columns
mainImage

De laatste keer dat ik Adri Duivesteijn in levende lijve zag, was in november 2019 bij de uitvaart van zijn partijgenoot Gerard van Otterloo. Ik was verrast door zijn aanwezigheid, vond ’t wel chic van hem, want Adri en Gerard waren bepaald geen vrienden geweest. Hun onderlinge strijd om het nieuwe Haagse stadhuis had uiteindelijk beiden de kop gekost als wethouder in Den Haag.

Adri knikte vriendelijk naar me en ook dat trof me aangenaam. Hij was furieus geweest toen ik een keer een olijk stukje in de Haagsche Courant had geschreven over zijn buitensporig hoge declaraties voor etentjes. En dat ging dan nog louter om etentjes buiten de deur. Want op het stadhuis genoot hij de bijnaam Biefstuk Adri, omdat de PvdA-wethouder om de haverklap (kosteloos) een biefstuk uit de kantine op zijn werkkamer liet bezorgen.

De clou van het stukje in de krant was dat Adri met zijn torenhoge declaraties voor etentjes nog altijd broodmager was, terwijl zijn CDA-collega Guido Halleen qua onkostenvergoeding als laagste scoorde en juist met de maand dikker werd. Adri schreef niet alleen een woedende ingezonden brief in de Haagsche Courant, maar deelde die brief ook persoonlijk uit tijdens de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering. Zowel onder de raadsleden als onder de mensen op de publieke tribune.

Ach, als we er nu samen onder het genot van een goed glas wijn op hadden kunnen terugkijken, waren we waarschijnlijk in lachen zijn uitgebarsten. Zo gaat dat vaak als je ouder wordt en van veel zaken de scherpe randjes zijn verdwenen. Er waren trouwens nog wel sappiger verhalen over Duivesteijn te schrijven geweest. Maar daarvoor was de journalistiek in die tijd nog te fatsoenlijk.

Spuiplein

‘Over de doden niets dan goeds’ wil het spreekwoord. En aan lof heeft het in alle in memoriams in de media niet ontbroken. Adri Duivesteijn was dan ook geen doorsnee politicus. Hij koppelde idealisme aan ruggengraad, strategie en pragmatisme. Heldenverering is niet echt mijn ding, maar de mensen die willen dat er een straat, laan of plein naar Adri Duivesteijn wordt vernoemd zal ik niet tegenspreken. 

Alleen het voorstel om het Spuiplein om te dopen in Adri Duivesteijn-plein getuigt van weinig historische besef. Er is maar één iemand wiens naam onlosmakelijk met het Spuiplein verbonden hoort te zijn en dat is Carel Birnie (1925-1995), mede-oprichter van het Nederlands Dans Theater.

De hele ontwikkeling aan het Spui, zoals we dat nu kennen, is op gang gebracht door de eigenzinnige Birnie. Terwijl er al een compleet ontwerp lag om een nieuw ballettheater naast het Circustheater in Scheveningen te realiseren, gooide Birnie alles overhoop om naar het Spui te kunnen. Daarmee maakte hij tevens de nieuwbouw voor het Residentie-Orkest mogelijk. Adri Duivesteijn was hier faliekant tegen.

Pas toen dit alles - dankzij een gulle rijkssubsidie - niet te stoppen viel, draaide Duivesteijn 180 graden om. Geconfronteerd met de nieuwe realiteit, vond hij dat nu dan ook het Filmhuis, Kijkhuis, Stroom en het nieuwe ‘margetheater’ naar het Spui moesten. Dat tekende die pragmatische kant van hem. En aldus geschiedde. 

Het nieuwe Haagse stadhuis aan het Spui was weer een vervolgstap. En dat idee kwam in eerste aanleg uit de koker van Gerard van Otterloo. Het was daarna Duivesteijn die het IJspaleis uiteindelijk mogelijk maakte. Voor Carel Birnie was het overigens nog niet genoeg. Die heeft zich tijdens zijn laatste levensjaren nog ingespannen om tegenover het stadhuis een operagebouw voor elkaar te krijgen. Wie weet was het gelukt als Adri Duivesteijn nog in het college van B en W had gezeten.

Vele vaders

Succes, als je de herleving van het Spuikwartier zo mag noemen, kent altijd vele vaders. Maar het Spuiplein omdopen ten faveure van Adri Duivesteijn is een gotspe. Duivesteijn mag zich de afgelopen tijd nog zo druk hebben gemaakt over de inrichting van het gebied, als het plein naar iemand behoort te worden vernoemd, dan is het Carel Birnie. Dat was de man die alles aan het Spui op gang heeft gebracht.

Zonder iets af te willen doen aan de verdiensten die Duivesteijn voor de stad heeft gehad, is het Spui niet zijn plek. Als er persé een verband moet bestaan tussen de naamgever en de locatie, dan hoort Duivesteijn te worden vernoemd in de Schilderswijk. Niet alleen omdat hij dáár opgroeide, school ging, actievoerder was en zich politiek vormde, maar ook omdat de Vaillantlaan van architect Jo Coenen en het woningproject Punt Komma van Álvaro Siza aan de Parallelweg/Doedijnstraat zijn meest persoonlijke nalatenschap aan Den Haag is.