Het Bersiap cijfer

3 March 2022, 23:41 uur
Columns
mainImage

Een eeuwigheid geleden ontmoette ik Herman Bussemaker. Of nou ja: ontmoeten. Ik zag hem, wist wie hij was en van de weeromstuit durfde ik niets tegen hem te zeggen.

Ik ging een lezing geven, hij zat in de zaal en luisterde.

Voor de jongere lezers en lezeressen even wat uitleg.

Dr. ir. H. Th. Bussemaker (1935-2015) was een erudiete, strenge en toch ook beminnelijke man. Hij was onder meer voorzitter van de Vereniging Kinderen uit de Japanse bezetting en Bersiap 1941-1949 (KJBB) en voor mij vooral de auteur van Bersiap! Opstand in het paradijs (2005). Dat is een zwaar boek: het onderwerp. En ook een goed boek, door de degelijkheid ervan en door wat voelbaar is: de persoonlijke ervaring van de auteur ermee.

Na de lezing kreeg ik een knikje.

Dat was voor mij genoeg om opgelucht en blij te zijn.

En nu hij er niet meer is, al langer niet meer, spijt het me nog steeds niet langer met hem gepraat te hebben. Wat zou hij gezegd hebben van dat nieuwe cijfer van zesduizend slachtoffers uit de Bersiap, dat het dekolonisatie-onderzoek gaf?

Ik nam Bersiap! Opstand in het paradijs uit de stapeltjes boeken in mijn huiskamer en zocht even. Daar stond op pagina 342:

Na de Indonesiërs hebben de Nederlanders de hoogste prijs in de Bersiap betaald. Het totaal aantal militaire doden aan Nederlandse kant is niet hoog, maar het aantal civiele doden wel. Schattingen lopen uiteen tussen 3.500 en 20.000 burgerdoden aan Nederlandse kant. Ik ben geneigd om uit te gaan van het hoogste getal, zeker als men het door honger en uitputting voortijdig overlijden van een aantal Nederlandse ouderen en kinderen in de zogenoemde Bersiap-kampen in aanmerking neemt.

Het merendeel van de Nederlandse burgers is echter omgekomen bij ontvoeringen en moordpartijen zoals in dit boek beschreven, met een piek in de periode oktober-november 1945.

Wat ik voelde toen ik deze woorden las: mededogen, en een beetje pijn van binnen om hoe hij het zei, door honger en uitputting voortijdig overlijden van een aantal Nederlandse ouderen en kinderen. Ik voelde ook het belang van het cijfer, de schatting die hij maakt – want dat geeft het gewicht.

Het ligt er dus maar aan, wie je meetelt. Als Herman Bussemaker ze meetelt, dan tel ik ze ook mee. Want elk lager cijfer schept hier in Nederland de verdenking dat 'het toch zo erg niet was.' En dat was het wel.