Het Indo-Europees Verbond (IEV) had anno 1954 zich aan het jonge Indonesië aangepast. Een nieuwe naam. Een nieuwe missie. In de kop van het verenigingsblad Onze Stem staat: 'Gabungan Indo Untuk Kesatuan Indonesia'. De betekenis: 'Indo Vereniging voor Indonesische Eenheid'.
Ik las het juni-nummer uit 1954, gedrukt op slecht papier. Het moest goedkoop. Dat 1954 is een lastig jaar. Indonesië zelfstandig, jawel, maar een jonge staat, nog maar een handvol jaren geleden was dat alles er: oorlog, bersiap, die politionele acties, de ontbinding van het KNIL, het lag bij alle blijvers in het geheugen.
Zij bleven in een nieuw land dat tegelijkertijd hun geboorteland was. En toch anders. Geen wonder dat de vereniging nog altijd bloeide. Veel mensen probeerden te wennen aan de nieuwe staat, de nieuwe tijd, de nieuwe verhoudingen.
Juist dit nummer bevat een artikel over het gaan of blijven en wat dat betekent. Het is bijna een perkara over mentaliteit. Natuurlijk zijn daar verschillen in. Zie maar eens te wennen aan het Indonesisch zijn, als voorheen de banden met Holland juist hoog stonden aangeschreven.
Het eerste stuk, getekend door 'Uw Ketua'. Het is een soort column, gezellig en persoonlijk 'van hart tot hart', zoals het heet. Gaandeweg verandert de sfeer.
“Ik zat, als vele anderen op een bankje bij de Lurah te wachten om één of andere surat keterangan te halen. Plotseling zag ik een bekend gezicht! Hij was vroeger Hoofdcommies bij mij op kantoor geweest. IJverig, serieus, punctueel, ervaren, kortom, alle contouren van een goede administratieve kracht.
Omstreeks eind 1948 was hij met 4 andere Indo-ambtenaren bij mij geweest om mijn mening te horen over het Indonesisch staatsburgerschap dat in de nabije toekomst zou komen.”
Na dit gesprek lijkt de voormalige Hoofdcommies ook te willen blijven. Nu ligt het anders. Het gesprek ontvouwt zich:
“Toch beluisterde ik een klank in zijn stem die er vroeger niet ingezeten had. Was dit een meer joviale toon wegens het wegvallen van vroegere dienstverhoudingen? Neen, er zat meer in. Dit was vriendelijkheid van iemand die zich verre superieur voelt, maar het niet zo direct wil laten merken.
En toen begreep ik het al: "Hij is NEDERLANDER."(met hoofdletters).
Ik zweeg en dacht: "Kom jij dan maar over de brug".
En hij kwam dan ook, prompt. Hij kon het niet laten eenvoudig.
Hij: "Ik ga naar Holland" (Zijn gezicht straalde).
De nieuwe pensionado laat zich gelden tegenover de lurah en zegt: 'saja pulang kenegeri', dat hij naar huis gaat. Die uitspraak stemt tot nadenken:
“Dit is het soort Indo dat onze opneming In de Indonesische samenleving van dag tot dag bemoeilijkt. Als een Nederlander-totok van zich zelf zegt 'saja pulang kenegeri', dan zal geen Indonesiër daar iets bij denken. Maar als zo iemand met de tjap van vele Indonesische voormoeders op zijn gezicht en de krul van sambal-trassi-smuller om zijn mond van zichzelf beweert 'saja pulang kenegeri', dan kan het niet anders of ieder die het hoort denkt bij zichzelf: 'Zie je nou wel dat die lui geen snars om hun geboortegrond geven.'”
En dat komt toch akelig binnen. Want ja: er was veel gebeurd, aan beide kanten, en nu moest iedereen zien te leven in hetzelfde land met nieuwe verhoudingen.. Er was veel dat moest slijten. In een oorlog sta je tegenover elkaar en nu... moest je een plaats naast elkaar zien te vinden. En niemand wist hoe.
https://www.indischeschrijfschool.nl