Sinds Gio Lippens de Tour niet meer live verslaat op de radio, is mijn interesse in La Grande Boucle geheel verdwenen. Gio kon je vooral van achter op de motor zo enthousiast vertellen wat er gebeurde, dat het voelde of je zelf meereed. Theo Koomen, maar dan zonder er allerlei onzin bij te fantaseren. Op Radio 1 was het drie weken lang elke dag in spanning wachten op Gio’s Tourflitsen. Je stopte met wat je deed en gaf je aan hem over. Mooiere radio was er niet. Ook toen hij de laatste jaren vanaf de finish verslag deed, was het een romantische verademing om te luisteren naar wat hij te melden had.
Gio werd begin dit jaar pensionado en estafette het stokje door aan jongere radiocollega’s. Maar hoezeer die hun best ook doen, ze houden mij niet vast. Nog geen tien seconden nadat ze beginnen met hun reportage, begin ik te denken of ik voor het naderende weekendje-uit niet nog even mijn olie moet laten peilen. Wanneer ik voor het laatst mijn e-mail en apps heb gecheckt. Is die afspraak met de tandarts nou morgen of overmorgen? Is ADO Den Haag al akkoord met die getalenteerde middenvelder uit dat verre land? Kan Feyenoord z’n toppers vasthouden of moeten ze wel bezwijken voor het grote geld? Even op Buienradar kijken of de regen mijn walking football wedstrijdje van de week nog in gevaar kan brengen. Of … enzovoort. Want ik concentreer me op alles. Maar niet meer op het radioverslag van de Tour.
Toch wil ik de wedstrijd blijven volgen. Dus gaat de tv aan. Niet om te kijken, maar als behang. Ik heb er namelijk geen enkele interesse in om als een sufkop te turen naar toeristische camerabeelden van pittoreske gehuchten waar waaiers vreemde mannen in kleurrijke hansopjes doorheen fietsen. Daarom gaf ik ook altijd de voorkeur aan radio. Met alleen geluid krijgt je eigen verbeelding meer kracht. Alleen wanneer het echt spannend wordt – bergop of de laatste paar kilometer voor een massasprint – is het even de moeite waard om tv te kijken. Tot die tijd dient het apparaat, althans bij mij thuis, als radio.
De reden waarom het me nu toch raakt, komt uit Den Haag, is 52 jaar jong, heeft de Tour zelf vaak gereden en zelfs een paar etappes gewonnen. Zijn naam: Michael Boogerd. En waarom is het zo leuk om naar hem te luisteren? Omdat hij zo heerlijk in elke zin die hij zegt zijn Haagse achtergrond laat horen. Hagenaars, échte Hagenaars, kennen de letter R namelijk niet, en vervangen die door een G. Biljarten wordt biljagten, krijgen kgijgen en een uithangbord een uithangbogd.
Zo kon Michael heel Nederland drie weken lang een gratis cursus Haags geven. De kopgoep met de goene tgui, pgima tijdgit in een gote ronde, fgisheid bij de stagt, een indgukwekkende voorspgong pgoberen te kgijgen en een kgagtige eindspgint. Het klonk mij allemaal als muziek in de oren. De rest, de anderen die ook af en toe iets mochten zeggen, hoorde ik nauwelijks, ik luisterde alleen maar zeer aandachtig naar mijn superstadgenoot. Dus heb ik ook niet gevolgd wie de Tour dit jaar heeft gewonnen. Wel heb ik begrepen dat de winnaar misschien wel dezelfde drogist heeft als Lance Armstrong, maar dat we dat pas over een jaar of tien te weten komen. Of de NOS de Tour de France met Michael Boogerd dan nog uitzendt? Het nieuwe Kabinet wil het allemaal niet meer van ons belastinggeld betaald hebben, dus ik heb er net als Michael een hagd hoofd in.