Hoe de suiker in de stad kwam

18 January 2019, 10:51 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

De suikergeheimen uit de Oost liggen klaar voor degenen die in oude papieren willen kijken. Dat zijn jaarverslagen vol bedrijfsinformatie, het zijn nota's, brieven, beladen woorden en gevoelige cijfers.  Bij zulke papieren kom je niet vanzelf. Ze zijn opgeborgen in dozen, die staan in een archief, daar moet je heen met een officiële legitimatie en nog net geen bewijs van goed gedrag.

Als je even doorzet, geven die oude papieren je een andere kijk op de stad cadeau. De Javastraat is dan niet meer kandidaat voor de mooiste straat ter wereld, maar een reeks voordeuren waarachter in de koloniale tijd brievenbusfirma's schuil gingen.

Hoe dese, een brievenbusfirma?
Dat is: dáár verdienen.

Hier incasseren.

Hebben is houden.

In de Oost werd grof geld verdiend met de suiker. Ondernemingen als Bogokidoel, Gempolkrep Sentanen-Lor, Brangkal en Dinoyo waren het. Wie kent die namen nog? Wie weet nog dat ze de NISU werden, de Nederlandsche-Indische Suiker Unie, gevestigd aan de Rutger Jan Schimmelpennincklaan 3?

Dat is het merkwaardige van onze tijd. We wijzen gemakkelijk en graag naar militairen die in Indië geweest zijn, maakt niet uit wanneer. Dat is wijzen met een hele grote vinger en met stemverheffing en met verschrikkelijke woorden, waardoor elke kamer meteen gevuld is met verontwaardiging, zonder ook maar het kleinste beetje ruimte over te laten voor die ene onwelkome waarheid: dat een paar generaties geleden zowat de hele stad meedeed met de koloniale onderneming. Zo zijn wij, Hollanders. Als er ergens grof geld te verdienen valt, dan zijn we erbij. Het bedrijfsleven was óók koloniaal, daar hoor je haast niemand over.

Op de tempo doeloe ansichten uit Indië zie je dat mooie suikerriet naar de tropische hemel reiken. Een romantisch beeld. Lief ook. Wat je niet ziet, zijn de lage lonen voor de inheemse bevolking, het harde werk, en de beloningen voor de bestuurders van de suikeronderneming, gevestigd in onze stad. Ik hoor geruchten dat het spookt aan het  Schimmelpennincklaan, precies daar, op nummer 3. Rare geluiden. Je voelt dat er iemand is maar de kamer is leeg. Iemand schopt je. Niks te zien. Onderzoekers wezen naar een moord, gepleegd in de Tweede Wereldoorlog, wat natuurlijk kan.

Maar ik denk aan wat de oude papieren ons vertellen, aan de bittere nasmaak die de suiker kan hebben, en dat je aan hard werken best kunt doodgaan, en wat doe je dan, als geest met een wrok?