Mijn vrouw moest en zou een hoge rendementsketel. Ze had van Liesbeth van Tongeren gehoord dat ze zuinig moest zijn met energie, bovendien had zij voorgerekend wat het ons zou schelen, dus stel op sprong belde zij een installateur, die haar handig had toegesproken in de trant van ik mats je wel en inderdaad na driekwart jaar kwam de firma Ates B.V. voorrijden.
Driekwart jaar!
Dat begreep mijn vrouw niet helemaal, maar gelukkig ben ik er dan altijd nog om haar voor de tweehonderdeenendertigste keer uit te leggen dat als je gematst wordt, je moet wachten.
Er stapten twee uit de kluiten gewassen jongemannen uit het busje, die vervolgens de nieuwe ketel enthousiast op hun nek namen en naar binnen sjouwden. Mijn vrouw ging hun voor, zoals haar dit vroeger bij de majorettes geleerd was, af en toe ook achterwaarts om zich ervan te overtuigen dat de jongens volgden, en ik keek toe. Ik kijk altijd toe onder die omstandigheden, omdat ik me er niet mee mag bemoeien.
Een minuut later passeerden ze me wéér. Nu in omgekeerde volgorde. En de nieuwe ketel ook. Ze hadden er namelijk geen van drieën aan gedacht dat het wellicht verstandiger was geweest om eerst de oude te verwijderen. Dat gaf stof, roet en roest, dus per uur zag ik het gezicht van mijn vrouw een gevaarlijk percentage zakken. Zelfs de hond droop af, gevoelig als hij is voor gebeurtenissen waarbij mijn vrouw niet is opgewassen tegen het verband der dingen en de gevolgen ervan.
Het succes van een hoge rendementsketel hangt in niet geringe mate af van de manier waarop de condens, die normaal gesproken door de schoorsteen verloren gaat, via een ingenieus pijpensysteem weer wordt ingevoerd en hergebruikt. Ik leg het nu even heel erg simpel uit, Liesbeth kan dat beter, maar het kwam er bij ons op neer dat het bestaande afvoerkanaal daarvoor niet kon worden gebruikt. Dat was er helaas niet bij gezegd toen mijn vrouw door de firma Ates werd gematst. Mijn vrouw dacht: ze hangen ‘m op en rijden weer weg.
Het aanleggen van een schoorsteenkanaal geeft stof, zaagsel en afgezien van een enorme ravage ook nog eens twee dagen langer werklui over de vloer. Daar had ze niet op gerekend. Ik heb wel twintig keer per uur moeten horen dat als ze ’t allemaal had geweten, afijn, dan was ze er niet aan begonnen en als ze dat gaat zeggen, weet ik wat er volgt. Dan moet ik twintig keer per uur aan die werklui vragen hoe lang het nog duurt. Zelf is ze dan heel laf even geen majorette meer.
Drie dagen later reed het busje weg. Op de factuur was geen spoor van enig matsen te ontdekken, zodat het hoge rendement van onze hoge rendementsketel alsnog volledig in rook was opgegaan. Op slag was de lol eraf. Bij mijn hond ook. Die had inmiddels roos. Niet van de zenuwen, maar van de kou. Wat hem betreft kon de firma Ates de pot op.
We hebben daarom ook maar besloten met de sloop van het gasfornuis heel even te wachten tot onze Liesbeth het matsen echt in de vingers heeft.
Jan D. Swart: 'Ik wacht even met sloop gasfornuis'
22 November 2018, 21:08 uur
Columns