Johan Derksen: 'Den Haag moet zich doodschamen'

28 October 2018, 11:31 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Het leven zit vol verrassingen. Ik had nooit kunnen dromen dat ik ooit nog eens een kostelijke middag zou doorbrengen op een industriegebied in Hoek van Holland.
Als je ruim twintig jaar deel uitmaakt van een volks praatprogramma over voetbal, kun je bijna dagelijks als een clown het land in om je kunsten te vertonen. Je wordt voor de gekste dingen benaderd, maar ik wil nog net geen hekel aan mezelf krijgen. Meestal jok ik dat mijn agenda overvol is.
Maar voor het industrieterrein in Hoek van Holland maakte ik een uitzondering. Industrieterreinen zien er van Delfzijl tot Terneuzen blijkbaar allemaal hetzelfde uit. De Zekkenstraat in Hoek van Holland vormt daarop geen uitzondering. Maar op nummer 42 is geen garage, horecagroothandel of loodgietersbedrijf gevestigd, maar het Rock Art Museum.
Dat museum wordt gerund door het echtpaar Jaap en Jacqueline Schut. Jaren geleden waren ze in Amerika op vakantie en spuugde de autoradio de muziek van Tee Set, Shocking Blue en Golden Earring uit. Toen realiseerden Jaap en Jacqueline zich pas hoe belangrijk en invloedrijk de in Den Haag ontstane beatmuziek daadwerkelijk is. Zelfs op een eindeloze Interstate in Amerika werden ze ermee geconfronteerd.

Tijdens de autorit ontstond het idee een museum te beginnen. Terug in Nederland schuimde Jaap het hele land af. Hij ging bij platenmaatschappijen langs, bezocht allerlei muzikanten, radiostations en clubeigenaren. Zo verzamelde hij een unieke collectie kroonjuwelen.
Het materiaal van Cuby + Blizzards kwam uit Drenthe, de platenhoezen van The Buffoons duikelde hij in Twente op en voor de souvenirs van Partner moest hij naar het zuiden van Limburg. Al doende kwam hij er achter dat hij eigenlijk in de weer was met de culturele erfenis van de stad Den Haag. Daar barstte de beatbom begin jaren zestig.
Johnny Lion & the Jumping Jewels, The Tielman Brothers, The Crazy Rockers, René and the Alligators, Big Wheel, The Black Albino’s, Blue Planet, Bojoura, Daddy’s Act, Earth & Fire, Finch, Freelance Band, Galaxy-Lin, The Haigs, Groep 1850, Gruppo Sportivo, Hu And The Hilltops, The Incrowd, The Javalins, Jenny And The Rascals, Jupiter, Livin’ Blues, Mack, The Nicols, Peter And The Blizzards, Q65, Golden Earring, The Riats, Shocking Blue, Supersister, Urban Heroes en The Motions verzorgden pure citymarketing voor Den Haag.
De stad kreeg internationale erkenning als de beatstad van Nederland.

Het was dat ook niet zo vreemd dat Jaap Schut de gemeente Den Haag benaderde voor zijn plannen voor Museum Rock Art. Daar werd hij echter bijzonder arrogant te woord gestaan. De gemeente Den Haag had geen enkele behoefte hem te helpen bij het vinden van een geschikt pand en de vergunning voor de exploitatie van een museum kon hij wel vergeten. Hij werd afgeserveerd door een wildvreemde machtswellusteling achter een bureau, die geen benul had wat de historische waarde van al die roemruchte bands was voor de stad Den Haag.
Na een lange zoektocht kwam Schut uiteindelijk op het industrieterrein in Hoek van Holland terecht, waar hij een pand vond terwijl de gemeente hem een vergunning verschafte.
Met alle respect voor Hoek van Holland, maar landelijk gezien is het een uithoek. Als je niet met de boot naar Engeland gaat kom je nooit toevallig in Hoek van Holland.
Ik was al tijden van plan Museum Rock Art eens te bezoeken, maar dan moet je wel helemaal naar Hoek van Holland. Dat was blijkbaar een drempel. Nu ik er eindelijk ben geweest, moet ik bekennen dat het een lustoord voor oudere jongeren is. Het is een nostalgische schatkamer waar je geen genoeg van krijgt. Het is een feest van herkenning: je hele leven passeert weer de revue. Verloren liefdes, echtscheidingen, huwelijken, de geboorte van kinderen – alles komt langs zodra je door Museum Rock Art dwaalt.
Helaas moet Schut zich behelpen met zevenhonderd vierkante meter, terwijl hij materiaal heeft voor zevenduizend.
Weggemoffeld in de Zekkenstraat hebben hij en zijn vrouw een uniek project van de grond gekregen. De locatie blijft een ramp en dat moeten vooral de verantwoordelijke ambtenaren in Den Haag zich aantrekken. Die staan toe dat het kostbare culturele erfgoed van de stad Den Haag, dat je zou moeten koesteren, weggestopt is op een industrieterrein in Hoek van Holland.

Op een mooie locatie in Den Haag zou Museum Rock Art een publiekstrekker zijn, want de steeds groter wordende groep oudere jongeren hunkert naar nostalgie en wil de deur uit. De kinderen wonen niet meer thuis, waardoor ze weer wat geld te verbrassen hebben. Helaas weten slechts weinigen in Den Haag van het bestaan van Museum Rock Art.
De wethouder van Cultuur in Den Haag moet zich doodschamen. Zijn voorganger zal ongetwijfeld een door gebrek aan gewicht omhoog gevallen blaag zijn geweest, die de historie van zijn eigen stad niet kende.