Lokale politiek tijdens de tweede golf

21 September 2020, 11:17 uur
Columns
mainImage

Voor de zomer dacht ik, in een door mijn optimisme gevoede naïviteit, dat we het ergste Corona-leed geleden hadden. Inmiddels is de roze bril weer van mijn gezicht en zitten we midden in een gebied dat Code oranje/rood is. 

Het belangrijkste is nu gezond te blijven. Wie daar in slaagt – en ook geen dierbaren heeft die getroffen worden door het virus – kampt als hij geluk heeft slechts met praktische ongemakken: thuiswerken, minder contact met vrienden en familie et cetera. Maar velen zullen het slechter treffen en hun baan verliezen of zaak moeten sluiten.

Daarnaast hebben we nog een andere sluimerende crisis: die van de bijna continue rellen en ongeregeldheden. Van de jaarwisseling, tot aan uit de hand gelopen demonstraties, tot aan de Schilderswijk en Scheveningen. Steeds weer blijkt er een groep te zijn die lak heeft aan alles en geweld gebruikt tegen politie, hulpverleners en anderen. Ze lijken vergeten dat ze zélf onderdeel zijn van de samenleving die ze kapot maken. Het is een minderheid. Maar die is inmiddels groot genoeg om het voor de rest te kunnen verpesten.

Wat vraagt deze situatie van de lokale politiek? Wat mij betreft dat zij bijdraagt aan een sterk en compact stadsbestuur. Dat duidelijk is en grenzen stelt. Dat focust op excellente uitvoering. Politieke verschillen zijn er uiteraard, dat is ook goed. Maar we kunnen het ons niet veroorloven dat die de uitvoering vertraagt. Hoe ziet dat er concreet uit?

Laten we beginnen bij de financiën van de gemeente zelf. We zitten in de grootste crisis sinds de oorlog. Het eigen huishoudboekje moet dan op orde zijn. Niemand is gebaat bij een gemeente in financiële problemen. En vermijd daarbij onnodige lastenverhogingen. Tijdens een crisis de lasten verzwaren is de crisis verdiepen.

Daarnaast is de openbare orde essentieel. Pak aanstichters van ongeregeldheden en geweld op. Maatregelen zoals de inzet van private camerabeelden, gebiedsverboden, noodbevelen en het verhalen van eventuele schade op ouders moeten, net als afgelopen zomer, worden ingezet.

Het behoud van banen is een andere prioriteit. Het gemeentebestuur kan hier zelf een bijdrage aan leveren door het versneld uitgeven van de Eneco-gelden en zorgen dat Den Haag vooraan staat bij het investeringsfonds dat landelijk wordt opgetuigd.

Maar als er echt iets kan bijdragen aan het behoud van banen, dan is het wel onze economie. De plek in onze samenleving waar samenwerking, vooruitgang en innovatie leiden tot duurzame banen. De gemeente moet ondernemers de ruimte geven, zeker in deze tijd. Bijvoorbeeld door ook in de winter terrassen – dan natuurlijk verwarmd – ruimhartig toe te staan. En natuurlijk blijven werken aan zo min mogelijk administratieve lasten en rompslomp. Daarnaast hebben bedrijven ook fysiek de ruimte nodig. Dat kan op de Haagse bedrijventerreinen.

Naast deze prioriteiten zijn er nog tal van andere zaken die niet kunnen wachten tot de crisis voorbij is. Neem de woningbouw, de energietransitie of het werken aan een leefbare stad. Zoals gezegd geldt hierbij als richtsnoer voor de gemeente: (alleen) doen wat nodig is, wees duidelijk en focus op de uitvoering. Zo kunnen we ons optimisme behouden voor de toekomst – en dan bij voorkeur zonder naïviteit.