Moedeloos van dat politiek correcte wegkijken

20 August 2020, 15:23 uur
Columns
mainImage

Eigenlijk zit ik pas kort in de politiek. Ongeveer twintig jaar en dat is voor een zeventiger weinig. Het voordeel is dat je de nieuwe omgeving beziet met de blik van iemand met levenservaring.

Al twintig jaar verwonder ik me over de hardnekkigheid van de traditionele politieke partijen en hun vertegenwoordiging bij de pers (zeg maar: het kartel) om niet de waarheid onder ogen te willen zien.  Op 19–08–20020  weer twee treffende voorbeelden. Het eerste – een ANP bericht – waarin gesteld wordt dat “jongeren” rellen en dat de aanleiding onbekend is.

Misschien is het nog niet opgevallen, dat de rellen plaatsvinden in wijken met een voornamelijk allochtone bevolking. Dat de rellende jongeren meestal een licht getint uiterlijk hebben en in sommige gevallen bij het werpen van stenen of vuurwerk in het Arabisch roepen dat hun God het grootst is (filmpjes genoeg).

Dan is de oorzaak van het rellen toch duidelijk. Zelfs voor lezers van de NRC, want in die krant stond – was in dat milieu na dertig jaar een eyeopener – dat op islamitische scholen lessen worden gegeven, die in strijd zijn met onze geldende waarden en normen. Kortom, dat ze worden opgezet tegen onze samenleving. Welnu: er is gezaaid en nu wordt er geoogst. Dezelfde politiek correcte krant schijft in 2012 al dat 65% van de Marokkaanse jeugd met de politie in aanraking komt in verband met een ernstige overtreding. Daarnaast zijn de cijfers van het CBS duidelijk. Ook duikt een rapport op uit 1988 waarin al gewaarschuwd wordt voor terroriserende Marokkaanse bendes (google).

De aanleiding voor het levensgevaarlijke stenengooien en in brand steken van andermans eigendommen is dus bekend. Er leeft binnen onze multiculturele samenleving een grote groep, die zich tegen onze manier van leven afzet en die daarbij amper gecorrigeerd wordt door mensen binnen hun eigen groep. Zij bezien ons en de politie met argwaan en zelfs vijandigheid!

Een ander, daarmee samenhangend probleem, zie ik in de column van een PvdA-politicus. Laat ik vooropstellen, dat ik die - door scha en schande wijs geworden - meestal wantrouw, maar dit terzijde.

Hij stelt dat we meer banen in Rotterdam moeten creëren, zodat de Rotterdammers weer aan het werk kunnen. Hij vindt voor de zoveelste keer het zwarte garen uit. Even ter illustratie wat casuïstiek.

Onze ramen zijn vervangen door een bedrijf uit de regio. De mannen die dat werk deden, kwamen uit Enschede! Die stonden om vijf uur op om hun werk te gaan doen (Het was geen “neurochirurgenwerk”).

Een vriend van me die op Zuid woont, had een eenvoudig klusje te doen: de klusjesman kwam uit Harderwijk! Hij reed door nog half slapende straten om bij zijn klus te komen.

Enkele jaren geleden zijn in samenwerking met tuinders meer dan 600 banen in het Westland aangeboden op Zuid. De potentiële arbeiders werden met bussen naar hun werk gebracht en opgehaald. Uiteindelijk was er één bereid een vaste baan aan te nemen. Hij werkt nu tussen Polen.

De bestrating wordt gedaan door Brabanders en Zeeuwen, in de bouw werken Polen, Tsjechen en Slowaken. Tegelijkertijd kent onze stad het hoogste percentage werklozen van het land.

Ben ik nou de enige die ziet dat we best banen hebben, maar dat een percentage van de bevolking geen enkele moeite doet om te gaan werken? Dat die – calculerend - liever lui dan moe is?

Misschien is dat ook een oorzaak van de “rellen” Als je ‘s ochtends  naar je werk moet, ga je ‘s avonds niet de straat op.

Of zoals onze ouders het zouden zeggen: “Ledigheid is des duivels oorkussen.”

Ik ben Fortuynist, dus ik denk ook een oplossing te hebben. De kern daarvan is samengevat in een oud Nederlands gezegde: ”Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.”  

In het ondemocratische land van herkomst heeft opstandige jeugd misschien wel een reden om te rellen. We weten toch allemaal, waarom ze dat niet durven?