Na North Sea Jazz dreigt nu het verlies van de Pasar

21 November 2023, 13:08 uur
Columns
mainImage

“Alles van waarde is weerloos”, schreef Lucebert in het gedicht 'De zeer oude zingt’. Weinig grote steden in Nederland voeren echter zo’n consequent destructief beleid als de gemeente Den Haag: de Hofstad lijkt gespecialiseerd in het wegjagen van dingen die waardevol zijn. 

Het meest aansprekende voorbeeld is nog altijd het internationaal vermaarde North Sea Jazz Festival. Alle grootheden uit de jazzwereld traden tussen 1976 en 2005 op in het Nederlands Congresgebouw. Count Basie, Miles Davis, Ella Fitzgerald, Lionel Hampton, Herbie Hancock, Al Jarreau en B.B. King wisten stuk voor stuk dat Holland uit meer bestond dan Amsterdam. Allemaal kenden ze The Hague.

Het is aan de zelfoverschatting van toenmalig VVD-wethouder voor cultuur Louise Engering te danken dat North Sea Jazz naar Rotterdam verhuisde. Zij dacht dat ze de festivalbaas wel even naar haar hand kon zetten. Ik kan me er nog kwaad over maken. Elke keer als ik langs de gedenksteen voor Paul Acket, de oprichter van North Sea Jazz, aan het begin van de Johan de Wittlaan rijd, komt de stoom weer uit mijn oren.

Wie denkt dat de North Sea Jazz-blunder een incident van één falende wethouder was, komt bedrogen uit. Het had niet veel gescheeld of drie jaar terug was Crossing Border uit Den Haag vertrokken. De liefdeloosheid voor cultuur is al decennia kenmerkend voor Den Haag. In de jaren vijftig was Den Haag de basis van het Nederlands Ballet, de voorloper van het Nationale Ballet. In 1961 fuseerde dat gezelschap met het Amsterdams Ballet en verruilde meteen de Hofstad voor de Hoofdstad. Het zou nog vele jaren duren eer Den Haag bereid bleek - in navolging van het rijk - wat centen in het Nederlands Dans Theater te steken.

Zo was het ook al gegaan met het Holland Festival, dat in de beginperiode zowel in Den Haag/Scheveningen als Amsterdam werd gehouden en al snel als volledige 020-feestje eindigde. Een kwart eeuw later werd nog een halfslachtige poging ondernomen ’t evenement deels terug te halen, maar dat was geen lang leven beschoren.

Uitgeverijen

Het culturele klimaat in Den Haag is sinds de Tweede Wereldoorlog zodanig verschaald, dat alle uitvloeisels daarvan hun heil elders zochten. Uitgeverijen als Stols, Nijhoff, Leopold en Bert Bakker vertrokken stuk voor stuk uit de Residentie. Met het verdwijnen van het Kurhaus-cabaret, de Princesse Schouwburg, het Paviljoentheater, Flora (voordat het een seksbioscoop werd), Scala en het Gebouw voor Kunsten & Wetenschappen werden cabaret, revue en variété in Den Haag gemarginaliseerd. 

Kweekvijver voor cabaret Theater Pepijn kon alleen bestaan dankzij steun van wijlen Paul van Vliet en benefietoptredens van Youp van ’t Hek. Tevergeefs bedelt Karel de Rooy (de kleine van Mini & Maxi) al jaren om een accommodatie voor variété. Komt het doordat veel beleidsambtenaren buiten Den Haag wonen? Hier wel werken, maar geen enkele liefde - laat staan chauvinisme - voor de stad voelen.  

Tranen met tuiten huilen de wethouders en gemeenteraadsleden elke keer opnieuw als er weer iets cultureels verdwijnt. Zoals het Literatuurmuseum (notabene ontstaan vanuit de collectie van het Haags Gemeentearchief) dat straks Utrecht boven Den Haag verkiest. Of zoals het Couperusmuseum dat in mei 2024 dreigt te sluiten. Precies zo jammerden B & W toen Rotterdam het North Sea Jazz Festival wegkaapte. En dezelfde krokodillentranen vloeien straks als de Tong Tong Fair, of Pasar Malam (zoals wij het thuis nog altijd noemen) noodgedwongen uit Den Haag vertrekt.

Import-wethouder Saskia Bruinis treedt met verve in de voetsporen van Louise Engering. Deze carrière-politica gaat de geschiedenis in als bestuurder die niet alleen het Literatuurmuseum uit haar handen liet glippen en Parkpop ten grave droeg maar ook de Tong Tong naar Zoetermeer, Rotterdam of God mag weten waar naartoe jaagt. Waarom ze dat doet? Omdat de capaciteit van het Malieveld in mei beperkt is en de wethouder een 63-jarig Haags evenement - het kroonjuweel van Den Haag als weduwe van Indië - nu eenmaal minder belangrijk vindt dan popconcerten.