Na North Sea Jazz zijn we nu ook de Pasar kwijt

15 May 2024, 16:00 uur
Columns
mainImage

Rotterdam heeft Ahoy, Amsterdam de RAI en Utrecht De Jaarbeurs. Eigenlijk kent elke zichzelf respecterende stad een grote evenementenlocatie. Zelfs in de provincie: in Leeuwarden heb je WTC Expo, in Den Bosch de Brabanthallen, in Gorinchem de Evenementenhal en zo zijn er nog veel meer te noemen.

In Den Haag heb je alleen het Malieveld. Dat is geen hal, maar een grasveld. Als je dáár een overdekt festijn wilt houden, betaal je niet alleen enige duizenden euro’s per dag aan Staatsbosbeheer, maar moet je ook voor giga-bedragen tenten huren, hekken om de boel af te zetten, stroom en water-aansluitingen realiseren, vloerbedekking uitrollen, kassa-hokjes bouwen en mobiele toiletten neerzetten. 

Van 1937 tot 1982 hadden grote evenementen plaats in de Houtrusthallen. Kleinere manifestatie speelden zich af in de Haagse Dierentuin en in Amicitia. In Houtrust waren kampeerbeurzen, autoshows, tentoonstellingen en sportwedstrijden. De Huishoudbeurs had er plaats, Molukkers herdachten er jaarlijks hun onafhankelijkheidsproclamatie, Joan Haanappel en Sjoukje Dijkstra trainden er op de kunstijsbaan, Lionel Hampton trad er op, evenals de Rolling Stones. En van 1963 tot 1988 was er natuurlijk jaarlijks de Pasar Malam te vinden.

Statenhal 

Nadat de Statenhal naast het Congesgebouw verrees (de Houtrusthallen waren bijna slooprijp) verhuisden de meeste evenementen die kant op. Zo niet de Pasar Malam, want die moest in de Statenhal boven elke eet-stand een afzuiginstallatie hangen en dat werd wat gecompliceerd. Maar wie wel meeverhuisden waren de popconcerten. Sting zong in april 1988 de splinternieuwe evenementenlocatie open met zijn wereldhit ‘An Englishman in New York’. In de jaren daarna zou hij er navolging krijgen van onder andere Van Morrison, Bob Dylan, Eric Clapton en Toto. 

Nog meer dan een grote concertzaal voor rondtoerende wereldsterren, was die Statenhal het hoofdpodium van het jaarlijkse North Sea Jazz Festival. Miles Davis, James Brown, B.B. King, Alicia Keys, Chaka Khan, Etta James, Solomon Burke, ach wie traden er niet op? Met de sloop van de nauwelijks 18 jaar oude Statenhal in 2006 (een lucratieve deal voor projectontwikkelaar TCN, die eerder voor een habbekrats het Congresgebouw van de gemeente had overgenomen) raakte Den Haag niet alleen een grote evenementenlocatie kwijt, maar joeg het ook North Sea Jazz naar Rotterdam.

Het verlies van North Sea Jazz is nog altijd een litteken in Den Haag. En nu herhaalt de geschiedenis bij een ander beeldbepalend evenement: de Tong Tong Fair oftewel de Pasar Malam. De organisatie kan de kosten niet meer opbrengen. Deels komt dat ook doordat Den Haag het evenement juist niet als beeldbepalend wenste te beschouwen; waardoor de gemeentelijke subsidie heel beperkt bleef. Tja, nu de Pasar vlak voor de 64ste editie bankroet is, huilt de halve gemeenteraad natuurlijk krokodillentranen. 

Liefdeloosheid 

Wie wat dan ook in Den Haag wil organiseren, mag zich wel twee maal bedenken. Er heerst van oudsher een zekere liefdeloosheid in de Residentie als het om cultuur gaat. Dat hebben ze ervaren bij het Nederlands Dans Theater, bij het Residentie-Orkest, bij Toneelgroep De Appel, bij Crossing Border, bij het Nationaal Popmuseum… 

Niet alleen North Sea Jazz raakten we zodoende kwijt. Het Holland Festival trok zich al veel eerder volledig terug op Amsterdam. Het theaterfestival op het Plein bleef beperkt tot een paar edities, evenals het culinaire evenement A la Carte. En wie herinnert zich nog de Ha-Schi-Ba en last bus not least Parkpop? Haagse grond blijkt alles behalve vruchtbaar.

Talloos veel miljoenen verdwenen de afgelopen tien jaar in de bodemloze put van het prestige-project Amare. Maar een simpele evenementenhal ontbreekt in de derde stad van Nederland. Vanuit het stadsbestuur zal zoiets ook niet snel komen. De afgelopen twintig jaar heeft niemand er naar getaald, dus waarom zou er de komende twintig jaar iets van de grond komen? 

Misschien wil de vastgoed b.v van de Nederlandse Spoorwegen eens kijken wat er boven het spooremplacement naast het Prins Bernhardviaduct te ontwikkelen valt? Beter bereikbaar per openbaar vervoer is bijna ondenkbaar. En het is een oude truc van vervoersbedrijven om op allerlei manieren je eigen passagiersaanbod te creëren.