Naar bed met Blonde Dolly

1 March 2019, 17:36 uur
Columns
mainImage

De afgelopen week ben ik elke nacht tussen de lakens gekropen met Blonde Dolly. Mijn echtgenote lag er stilletjes naast. Ze begrijpt dat ze met niet moet storen als ik met Blonde Dolly in de weer ben. Dat al mijn aandacht dan louter en alleen voor Blonde Dolly is. 

Blonde Dolly is de nieuwe thriller van veelvuldig bekroond schrijver Tomas Ross. Willem Hogendoorn - zoals Ross in werkelijkheid heet - en ik kennen elkaar sinds begin 2007. Ik had toen net de deur bij de Haagsche Courant achter mij dichtgetrokken en was druk doende met de opzet van ‘mijn eigen’ nieuwe weekblad: Den Haag Centraal. Een van de ideetjes was om een ouderwets fenomeen als een feuilleton nieuw leven in te blazen. Maar dan moest het wel puur Haags zijn, spannend bovendien en liefst door een auteur van naam. Ik had juist De Hand van God, een thriller rond Ayaan Hirshi Ali, gelezen. Zo kwam ik bij Tomas Ross terecht.

Hij was er meteen voor te porren. En wist ook direct wat het onderwerp zou zijn: Blonde Dolly, de roemruchte prostituée die najaar 1959 aan de Nieuwe Haven was vermoord. De zaak was nooit opgelost, maar sprak decennia lang tot de verbeelding. Want de verhalen gingen dat Dolly een dubbelleven leidde met enerzijds armzalige sloebers die met een tientje op zak in de rij voor haar peeskamer aan de Nieuwe Haven stonden en anderzijds heren uit de high society die haar voor veel geld meenamen naar de chicste hotels in Scheveningen, Brussel of Parijs. 

Er deden geruchten de ronde over een notitieboekje met namen van hooggeplaatste klanten, over chantage, spionage en over de betrokkenheid van KVP-minister Luns en VVD-voorman professor Oud. En over een enorme doofpot op het politiebureau onder leiding van hoofdcommissaris Gualthérie van Weezel. 

Kortom, smakelijke kost voor allerhande scribenten in binnen- en buitenland om bij diverse gelegenheden - 5 jaar na haar dood, 10 jaar, 15, 20 en 25 jaar - een sappig verhaal vol speculaties op te dissen. In 1978 kwam er zelfs een - weinig succesvolle - film uit met Hilde van Mieghem in de hoofdrol. En in 2011 - enkele jaren nadat het politie-archief openbaar was geworden - werd Dolly nog een keer een verhaal in een boekje ter gelegenheid van het jubileum van een uitvaartvereniging. 

De bewering in deze gelegenheidsbundel dat haar bodyguard Gerard V. de moordenaar zou zijn geweest, trok weinig aandacht buiten de Residentie. Geen Wereld Draait Door of Pauw & Witteman, maar roddelblad Privé en een amateur-radiostation van Hollandse emigranten in Australië toonden belangstelling. De stapels onverkochte exemplaren van het boekje werden ten lange leste gratis uitgedeeld bij de ook niet bijster geslaagde Blonde Dolly-theatershow van Sjaak Bral.

Het wekelijkse feuilleton van Tomas Ross was bij de start van Den Haag Centraal in mei 2007 wel een schot in de roos. Vanuit het perspectief van persfotograaf Lex van der Broek, in dienst van dagblad Het Vaderland, beschreef Tomas Ross vooral het Den Haag van eind jaren vijftig. Hotel Terminus, Heck, station Staatsspoor, journalist Hans Auer en café De Luifel van Willem Koek passeerden ondermeer de revue. Weekblad Den Haag Centraal, vooral in trek bij 60plussers, bood daarmee een feest van herkenning. We wierven zelfs een tijd lang abonnees met een reclamefoto van een DHC-lezend manspersoon in pyjama met de slogan ‘Elke week naar bed met Blonde Dolly’.

Na 63 afleveringen zette Tomas Ross er een punt achter. De druk om elke week een nieuwe episode te produceren viel hem zwaar, maar hij kwam ook moeizaam tot een passende finale in deze ‘cold case’. Uiteindelijk schreven we een prijsvraag uit onder de lezers om met een zinderend slot te komen, waarin de grote vraag moest worden beantwoord: wie vermoordde Blonde Dolly? 

Er kwamen reacties, maar de een nog slapper dan de ander. Tomas Ross sloot dan ook in september 2008 af met een beschouwing, waarin hij bodyguard Gerard V. nadrukkelijk noemde, maar vooral neigde naar moord in opdracht van chantabele hoge heren uit de kring van hoofdcommissaris Gualthérie van Weezel.

Nu, tien jaar later, blijkt Blonde Dolly hem nog niet te hebben losgelaten. De schrijver zocht enige weken afzondering in Kroatië om Dolly opnieuw tot leven te brengen. Ik kan Tomas Ross er niet van betichten dat hij zich er makkelijk vanaf heeft gemaakt en een nietje door zijn oude feuilleton heeft geslagen. Integendeel, na het nodige archiefwerk heeft hij een compleet nieuw verhaal geconstrueerd. Ross heeft daarbij op ingenieuze wijze een verbinding gemaakt tussen Dolly en wat kort na de oorlog bekend raakte als De Velser Affaire: rechtse verzetslieden zouden in hun afkeer van het Rode Gevaar niet hebben geaarzeld om - met hulp van politiemannen in Velsen - een aantal communisten uit de illegaliteit aan de nazi’s te verraden. 

De Velser Affaire is nooit onomstotelijk bewezen, maar past - balancerend op de scheidslijn tussen feit en fictie - wel perfect in de complot-sfeer waar Tomas Ross zijn handelsmerk van heeft gemaakt. Deze Blonde Dolly stelt bepaald niet teleur in bed.