Ontslagen worden is het risico van iedere voetbaltrainer

11 February 2025, 18:15 uur
Columns
mainImage

In februari 1970 kwam Morrison Hotel uit, het vijfde studioalbum van The Doors. Zanger Jim Morrison vond zo’n titel wel grappig. Het hotel bestond ook echt en stond in South Hope Street in Downtown Los Angeles, waar de groep vandaan kwam. Voor de hoes lieten de vier bandleden een foto maken waarop ze vanachter het raam van het hotel naar buiten keken. Daar kwam later een hoop gedonder van, want ze hadden er geen toestemming voor gevraagd en de elpees vlogen wereldwijd over zo’n beetje alles wat een toonbank had. Bij Kees Arkenbout op de Groenezijde en Karel Askamp in de Koningstraat, beiden ook bekend als Manus van Alles, waren ze niet aan te slepen.

Hoewel de voorlaatste track, Indian Summer, een van de heerlijkste, loomste zomernummers aller tijden is, telt het album geen uitgesproken hits. Maar wel een van de beste rocksongs ooit gemaakt: Roadhouse Blues. Ziet u een beetje pips, komt u niet op gang of heeft u gewoon zin om vier minuten en vier seconden te headbangen zonder dat iemand het ziet? Draai of stream deze openingstrack van Morrison Hotel dan zo hard als uw buren ‘m kunnen velen, en u bent weer helemaal het ventje m/v.

Waarom deze muzikale opening van een column die toch vooral over voetbal zou moeten gaan? Ten eerste omdat Morrison Hotel afgelopen Kerst werd getroffen door een vernietigende brand. Het legendarische pand – sinds de release van de elpee dag en nacht gefrequenteerd door fotograferende Doors-fans – was al enige tijd leeg en verwaarloosd; er woonde nog maar een handjevol onduidelijke zwervers in.

De toekomst is onzeker en het einde is altijd nabij

Maar ook omdat Roadhouse Blues een magistrale slotregel kent, uiteraard bedacht door de ons al op 27-jarige leeftijd ontvallen rebelse Jim Morrison: ‘The future’s uncertain and the end is always near.’ Onder de lezers van dit veelzijdige medium bevinden zich uiteraard geen ongeletterden, maar omdat je dat nooit helemaal zeker weet, het betekent: De toekomst is onzeker en het einde is altijd nabij. Morrison had er niet voor doorgeleerd, maar deze levensles kan wedijveren met die van fameuze filosofen als Plato, Socrates, Kant, Goethe, Nietzsche, Freud, Montesquieu, Cruijff en vele anderen.

De tekst bracht mij als associatief denker op het risico dat iedere voetbaltrainer loopt. Je gaat het avontuur aan met een club en doet dat na er samen goed over te hebben nagedacht en gesproken. Maar opeens, ergens halverwege het seizoen, wordt je elftal geteisterd door blessures en schorsingen, loop je tegen een paar lullige nederlagen aan en ziet het ernaar uit dat je de vooraf gestelde doelen – aantrekkelijk voetbal, een periodetitel, het linkerrijtje, Europees voetbal, Champions League enzovoort – nog maar moeilijk kunt realiseren.

Ontslagen maar snel weer aan de slag

En ja hoor, je wordt ontslagen, want – bij zowel profs of amateurs, het principe is hetzelfde – jij krijgt de schuld. De media maken je ook nog eens met de grond gelijk, die hadden in hun oneindige wijsheid natuurlijk al lang gezien dat je er maar weinig van kon.

Dus verlaat je voor de laatste maal het stadion of het complex. Je hebt wat munten meegekregen, je had tenslotte een contract. Dus zit je bij de pakken neer? Nee natuurlijk niet. Ja, heel even een adempauze, misschien een paar weken naar de zon. Maar dan gewoon weer aan de bak, je gezicht laten zien langs de vele lijnen die ons voetballandschap kent en je zaakwaarnemer de opdracht geven hier en daar een visje uit te gooien. Zeker weten dat je snel weer een club hebt. En dat ook daar je toekomst weer onzeker zal zijn en je einde nabij? Het zal je worst wezen, dan had je maar geen voetbaltrainer moeten worden.