Oom Eeldert

1 October 2020, 23:06 uur
Columns
mainImage

Graag zou ik van verstandige en geleerde psychiaters horen hoe het kan, dat je opeens een zwak krijgt voor iemand die meer dan twee eeuwen geleden leefde, zonder dat er een goede reden voor is. Ik heb het over Oom Eeldert.

Momenteel zit ik in een bloedserieus onderzoek naar Frits van Daalen, over wie ik al een paar keer eerder schreef. Dat betekent lange verslagen doorworstelen van expedities (zijn aardrijkskundige kennis overtreft ver de mijne), puzzelen op de betekenis van brieven uit Atjeh, kranten doorspitten en foto's bestuderen, en dan heb je nog moeilijke vragen over de inzet van militair geweld, waardoor Van Daalen tot op de dag van vandaag in een slecht daglicht staat. Wat ik zei, bloedserieus.

En toen was daar Oom Eeldert.

Die naam alleen al nam me voor hem in. Geboren worden in Amsterdam en dan een naam van Friese oorsprong dragen. Ik vond het eigenzinnig. Dat zag ik ook terug op een pentekening van Oom Eeldert. Dat ikweethetbeter-gezicht en het uniform, want hij was bij het Oost-Indische Leger, wat later KNIL werd. Die uitdrukking op zijn gezicht was overigens geheel zelf verdiend. Nadat de eerste commandant van de eerste Atjeh-expeditie gesneuveld was, moest Oom Eeldert de expeditie afronden, liefst winnend. Daar was geen eer aan te behalen, maar hij deed wat hij kon. Na afloop kwam de Atjeh-enquête waarvoor zowat alles dat militair was, ondervraagd werd over hoe dit toch had kunnen gebeuren. Behalve Oom Eeldert.

Boos, boos. Man, man.

Hij vroeg en kreeg eervol ontslag en kwam in Den Haag te wonen.

Dit als levensverhaal in een notendopje, ook omdat ik vooralsnog niet veel meer van hem weet.

In datzelfde notendopje bevinden zich ook alle relationele levensvragen. Wat maakt nu dat je twee keer naar iemand kijkt, dat je werkelijk belangstelling voelt? Zoals het met historisch onderzoek is, zo is het ook met het leven. Toen ik X ontmoette, die op papier mijn ideale verloofde was, zweeg mijn hart in alle talen. Maar met Y daarentegen voelde ik van binnen gejuich en dat bleek naderhand geheel terecht te zijn. Met Z heb ik al jaren af en aan contact, het is en blijft moeilijk, maar loslaten willen we geen van beiden.

Van Oom Eeldert ga ik geen biografie schrijven, al lees ik onverantwoord veel over de man. Zijn neef Van Daalen heeft mijn grootste belangstelling. Het enige dat ik vurig hoop, is dat hij net zo'n zwak had voor zijn oom als ik dat heb.

 

https://www.indischeschrijfschool.nl