Schrijven over anderen: mag dat zomaar?

3 February 2022, 23:42 uur
Columns
mainImage

Het is nog maar elf jaar geleden dat Hella Serafina Haasse naar de hemel vertrok, en nu al komt er een biografie. Volgende week verschijnt  ‘Leven in de verbeelding’, geschreven door Aleid Truijens. Dat is ook snel.

Hoe is dat, als er een levensverhaal van iemand verschijnt die je hebt gekend? Voor veel mensen was Hella Haasse een vertrouwde verschijning, een vriendin, een schrijfster die altijd iets van waarde bracht, op een mooie manier. Ze leeft voort bij velen. Maar die biografie gaat zowat haar hele persoonlijke leven open leggen. De publiciteit erover stemt tot nadenken. Bij de NOS las ik een artikel over een vrouw die moeite had met het gezinsleven. Net of dat een slechte eigenschap is. Zo gemakkelijk is het gezinsleven nou ook weer niet. De kop van dat artikel was: ‘Schrijver Hella Haasse was niet zoals we haar kenden, blijkt uit biografie’. Ja, dat mag ik hopen. Thuis ben je anders dan in het openbaar. Dat geldt voor iedereen, ook voor u en mij.

Thuis draag ik een roze pyjama, in het openbaar een zwart mantelpak met vintage blousje.

Ik heb slaapsokken voor thuis.

En hoge hakken voor het openbaar.

U heeft vast ook een lijstje.

De boekaankondiging zette me wel aan het denken: wat mogen we over andere mensen schrijven en wat niet?

Eerst een zijstapje. Hella Haasse heb ik eens ontmoet. Dat kwam zo. In Den Haag werd een Indische Zomer georganiseerd met tal van evenementen. In het theater kwam een literaire middag die ik presenteerde, waar ook Hella Haasse aan zou deelnemen.

Als haar gezondheid het toeliet, had ze gezegd.

Dus bij wijze van Plan B gingen we bij haar thuis een interview opnemen. En inderdaad, dat werd die middag uitgezonden.

Nu terug naar die ene vraag: wat mogen we over andere mensen schrijven en wat niet? Er is een verschil in wat u voor uzelf schrijft en wat u publiceert.

Voorbeeld. Misschien heeft u van uw ouders de oorlog meegekregen, mogelijk droegen zij de oorlog in zich mee en dat heeft u in uw jeugd beschadigd. U voelt het verlangen om uw kant van het verhaal op te schrijven, met naam en toenaam en met alle details. Kan dat?

Erkenning

Ik zou zeggen: schrijf het eerst voor uzelf op. Gewoon zoals u het voelt, ook met woede en pijn. Het manuscript is dan een soort logboek van uw jeugd. Een persoonlijk document.

Dat kan al veel verlichting brengen, want u geeft dan erkenning aan uw ervaring.

Wilt u het daarna publiceren? Ook al maakt u vijf kopietjes, dan brengt u uw verhaal in de openbaarheid en daarmee ontstaat een nieuwe situatie. U mag de goede naam en faam van een ander niet zomaar aantasten, dat kan leiden tot een aanklacht van smaad en laster. Voorzichtig zijn is dan de beste leidraad. En als optie: eerst juridisch advies inwinnen. Better safe than sorry.